Waar het op aan komt
Naar Homepage

Naar Preekarchief

Naar Weblog

Vorige maand was ik op de Nationale Synode in Dordrecht. Een onderdeel daarvan was dat je in een werkgroep zat met mensen uit allerhande kerken. Ieder van ons vertelde in vijf minuten hoe zijn leven en zijn geloof zich ontwikkeld hadden. Het was de bedoeling dat we in die werkgroep over de muren van onze kerk heen zouden kijken en dat gebeurde ook. Een man vertelde Synode van Dordrechtover het starre kerkgenootschap waarin hij was opgegroeid. Hij had willen trouwen met een Christelijk Gereformeerd meisje, en dat kon toch niet zomaar. Hij had zijn eigen kerk daarom verlaten en had nu een gemeente gevonden waar hij opgebloeid was. Iemand anders, een vrouw vertelde er over hoe zij, toen ze overgespannen geworden was, een hele andere weg in haar leven was ingeslagen en nu veel inniger vanuit haar geloof leefde.

Toen ieder zo zijn verhaal had verteld hoe hoe zijn geloofsweg zich ontwikkeld had waren de verschillen tussen ons niet weg maar de verschillen schoven wel naar de rand: voorop kwam te staan de weg die je gegaan was, hoe je veranderd was in je geloof of hoe het geloof jou veranderd had  en je merkte: daarin zijn we verbonden met elkaar. Als je elkaar daarin eerlijk ontmoet: dat verbindt.

In het oudste christelijke geschrift dat we kennen, in de eerste brief van Paulus die bewaard is gebleven, de brief aan de gemeente in Korinthe, waarvan we de eerste zinnen gelezen hebben, probeert Paulus precies hetzelfde te doen wat we ook in Dordrecht deden.

Paulus komt terecht in een gemeente die uit elkaar aan het drijven is. Er zijn verschillende voormannen die stevig met elkaar concurreren. Ze laten zich er op voorstaan hoe goed ze Jezus persoonlijk gekend hebben. Of die laten zien hoe mooi en overtuigend ze kunnen spreken.

Paulus zegt: beste mensen, daar gaat het helemaal niet om. Wij zijn toch niet een gezelschap, het is niet nog eens een nieuw geloof, zoals er veel interessante geloven en wijsheden zijn. U en ik zijn bezig met een andere benadering van ons leven. Wij zijn Gods nieuwe schepping. Dat proberen we in ieder geval te zijn en daar proberen we naar toe te groeien. En dan ga je toch niet iemand achterna lopen omdat hij zo welsprekend is. Dan ga je niet ruziemaken om wie de beste voorman is. Wij, u en ik, hebben toch iets gevonden waardoor die ruzies onbelangrijk zijn en waar dat soort opschepperij niet bij hoort. Wij hebben dat toch weggedaan uit ons leven. Wij zijn in ons leven toch met iets heel anders verbonden, waardoor we weggehaald worden uit dat soort onzin en opgetild worden naar iets veel mooiers.
Groundhogday
Heeft u wel eens de film Groundhog Day gezien? De film gaat over een botte en cynische journalist die in een provinciestadje een reportage moet maken. Hij doet dat zoals hij is: niet geïnteresseerd, arrogant. Omdat er een sneeuwstorm komt moet hij in het provincieplaatsje overnachten. En dan gebeurt het dat hij de volgende dag wakker wordt....en het is opnieuw die vorige dag. Opnieuw moet hij in het provinciestadje een reportage maken. Opnieuw moet hij alles meemaken wat hij al eens heeft meegemaakt. En als hij dan de dag daarop weer wakker wordt, begint diezelfde dag weer opnieuw. Zijn leven zit vast in één dag.
Zelf heeft hij het, als enige, allemaal heel goed in de gaten. De dag verloopt via een vast patroon, hij weet precies wat er gaat komen, welke mensen hij zal ontmoeten, wat ze zullen zeggen...en hij gaat er gebruik van maken. Om vrouwen in zijn bed te krijgen, om een bank te beroven. Maar ook dat gaat vervelen, en als voor de vijftigste keer diezelfde dag overnieuw begint wordt hij zo depressief en wanhopig dat hij een einde aan zijn leven maakt. Maar ook de dood is geen oplossing, want hoe dood hij ook is, elke dag wordt hij opnieuw wakker en moet hij opnieuw zijn dag door. Tot hij op een dag het anders gaat doen. Vriendelijker wordt. Probeert nieuwe dingen te leren. Mensen gaat helpen. Liefde opvat. Hij heeft een lange weg te gaan. Honderden dagen zit hij nog opgesloten in zijn ene dag. Maar als hij dan uiteindelijk een beter mens geworden is en in staat is echt liefde te tonen, wordt de ban gebroken en breekt voor hem echt een nieuwe dag aan.

De film is een sprookje, maar een diep christelijk sprookje. Een verhaal over een mens die leert om een nieuwe schepping te worden. Een beter mens, een mens die leert om lief te hebben. Om die nieuwe schepping te worden moet een mens vooral heel veel afleren. Zijn trots, zijn denken aan zichzelf, het moet sterven. Hij moet zichzelf aanpakken, uit zijn veilige afstandelijkheid stappen en liefde van anderen toelaten in zijn leven. Maar dan wordt het ook wat. Dan wordt hij een ander mens, een nieuwe schepping, en gaat er een nieuwe wereld en een nieuwe dag voor hem open.

U wordt geen nieuwe schepping, zonder dat u iets afleert, zonder dat er ook iets sterft bij u. Daarom bestaat er voor Paulus een direct verband tussen de nieuwe schepping die u worden kan en het kruis. Voordat jij een nieuwe schepping wordt moet er het één en ander bij je doodgaan: je schamperheid, je concentratie alleen op jezelf, of op je eigen organisatie, je ongeloof in verbondenheid met anderen. Dat is niet makkelijk, daarin moet je jezelf onder handen nemen. Voordat jij een nieuwe schepping wordt, moeten er dingen bij je sterven, als was het alsof jijzelf gekruisigd werd.

Dat is de harde kant. Die is er. Geloven is niet iets voor mensen die het makkelijk willen en willen voortkabbelen in hun leven. Ik kan het ook iets vriendelijker zeggen. Dan zeg ik: het is de kant van ruimte maken, oude zaken en patronen opruimen, zodat er iets nieuws kan ontstaan.

Kruis met bloemen tattooEr is ook een liefelijke kant. In afbeeldingen van het kruis zie je ook vaak plaatjes van een kruis waar ranken uit komen, bloemen ontspringen er aan. Het kruis bloeit, het geeft leven, het draagt vrucht.
Waar jij je pantser van onverschilligheid en arrogantie aflegt, ontstaat nieuw leven. Waar je je kwetsbaarheid durft te laten zien, ontstaat verbondenheid. Waar je niet begint te rekenen vanuit  macht en vanuit gewoonte, maar vanuit wat nodig is en rechtvaardig, daar gaat alles zingen.

Het kruis is de bekentenis, dat je met lege handen staat. Het is de gelukzalige opluchting, dat alles wat zichzelf in deze wereld zo op zijn borst slaat, alles wat zich hoog verheft, dat dat niks voorstelt. Dat daar geen leven in zit. Hier niet, straks niet, bij God niet, nooit niet.

En het kruis is een bloem. Het is de bloem van Christus die in u bloeit. Die gevoed wordt door zijn liefde die in u stroomt. Die groot wordt door zijn Geest die u verwarmt en doet leven. Het is een bloem die u mooi maakt, zodat u gaat stralen. Het maakt u vruchtbaar, honderd, duizendvoud.

Dat is de enige realiteit in ons leven. Al het andere is......niets. Amen.

1 Korinthiërs 1:10-17 Heerenveen 9 januari 2011