Domine, Quo Vadis?  26 april 2009
Naar Homepage

Naar Preekarchief

Een gebrek aan inzet kan je Petrus nooit verwijten. Hij is degene die altijd het eerste reageert en zich zo ook bloot durft te geven. Hij is degene die zijn zwaard trekt als Jezus opgepakt wordt, hij weet wat opkomen voor een ander is.

“Simon Petrus, zoon van Johannes, houd je van mij”. Nadat Jezus aan de discipelen verschenen is en brood en vis met hen gedeeld heeft, stelt hij Petrus tot drie keer toe deze vraag.

Want er valt nog iets te bepraten tussen die twee. Ondanks al zijn inzet en bravoure is Petrus wel weggevlucht toen Jezus werd opgepakt. Petrus is zelfs verder gegaan dan vluchten, hij heeft zich ook van Jezus gedistantieerd. ‘Hoor jij niet ook bij die man’ is hem bij drie verschillende gelegenheden gevraagd. “Nee hoor” ik niet, heeft Petrus geroepen. Vluchten was misschien nog wel zo verstandig, soms moet je vluchteneen land ontvluchten, een gezin, een onwerkbare situatie, is een vlucht de enige manier om te redden wat er te redden valt. Eeuwig standhouden is een ideaal van krijgers, niet van christenen. Maar Petrus heeft zich ook gedistantieerd van Jezus,   Jezus overgelaten aan de eenzaamheid van de kruisdood en de zaak van Jezus in de steek gelaten. De andere evangeliën vertellen hoeveel moeite Petrus met het lijden überhaupt heeft. Hij is de man die Jezus voor het lijden wil behoeden en tegen hem uitvalt, als Jezus zinspeelt op zijn lijden.

Houd je van mij? Vraagt Jezus tot drie keer toe. Even vaak als Petrus Jezus verloochend heeft, wordt Petrus deze vraag gesteld.

‘Houd je van mij’ is de taal van de liefde. Een vraag als ‘Houd je van mij’ betekent: ben je verbonden met mij. Dat is de vraag die Jezus stelt, een vraag naar liefde. Houd je van mij. Want als je mij wilt volgen, dan moet dat in een verbondenheid zijn die niet los laat. Die hecht is als de liefdesband van twee mensen. ‘Waar jij heen gaat, daar zal ik heen gaan, en waar jij sterft daar zal ik ook sterven’ zei Ruth tegen Noomi toen ze meeging naar het land Israël. Houd je van mij, wil je verbonden met mij zijn in een band die ook overgave inhoudt en ook offer en zelfopoffering.Domine, quo vadis

Petrus zal de leider worden van de eerste christengemeente. Maar voor leiding te geven is meer nodig dan dadendrang en inzet. Leiding geven is niet alleen maar heel macho de goede herder spelen en de kudde de weg wijzen, verdedigen en verzorgen. Leiderschap is ook een liefde voor Christus hebben. Is overgave hebben: je leven in handen van Christus zien. Is trouw en verbondenheid hebben die blijft, ook als je niet meer kan doen dan klappen opvangen, als je niet meer kan doen dan naast iemand staan en wachten op wat komen gaat.

Er is een oud-christelijk verhaal over hoe het verder is gegaan in het leven van Petrus. Petrus wordt leider van de christelijke in Rome en op een gegeven moment dreigt deze gemeente vervolgd te worden. Petrus ziet dat aankomen en hij ontvlucht de stad om zijn leven te redden. Op zijn weg de stad uit komt hem een man tegemoet en Petrus vraagt hem: waar gaat u naar toe, quo vadis. En de man antwoordt: ik ga naar Rome om daar opnieuw gekruisigd te worden. Dan beseft Petrus dat het Christus is, die hem daar tegemoet gekomen is. Christus is teruggekomen om opnieuw het martelaarschap op zich te nemen dat Petrus ontvlucht. En Petrus besluit dat hij nu niet opnieuw Christus in de steek zal laten. Petrus keert zich om en Petrus gaat terug naar Rome en zal daar als martelaar sterven.

‘Volg mij’ zegt Jezus tegen Petrus. En aanvaard dat je leven een heel andere kant op kan gaan, dan je het zelf uitgestippeld had, dan je in al je dadendrang had bedacht. Vroeger omgordde je jezelf met je kleed, maar de tijd zal komen dat een ander je bekleden zal, dat een ander je omgorden zal. En jij zal je hand uitstrekken. Niet om je zwaard te grijpen en mij te verdedigen. Je zal je hand uitstrekken als teken van je overgave, om het te laten gebeuren aan jou.

Het is niet eens een bewuste keuze voor het lijden, die Petrus zal doen. Het is veel meer: die kant, die kant van het lijden dat over je zal komen, zal het opgaan. Die kant zal jij op geleid worden. Dit is jouw leven, als het verbonden is in liefde met mij.

Ik denk dat dat de crux van dit evangelieverhaal is: dat je zo in het leven staat, dat je in het lijden en het ongeluk dat jou overkomt, ook de weg ziet die God met jou gaat. Hij heeft je op deze weg gezet. En het domste wat je kan doen is je daarvan te distantiëren. “Ziek zijn, dat hoort zo helemaal niet bij mij”. Maar het hoort wel bij je. Het hoort bij ieder sterfelijk mensenkind en misschien hoort het zelfs nog speciaal bij jou. Is het een gave uit de hand van God, die in alle bitterheid, jou en het leven van de mensen die je liefhebt vormt en leidt.

Een man vertelt: ‘Elke ochtend las ik de krant en mopperde tegen mijn vriendin over alles wat er mis was in de wereld. Boos kon ik zijn, op het onrecht in de wereld, op mijn ouders, op mijn chef. Tot wij een zoontje kregen met een ernstige handicap. Nooit heb ik elementairder beseft dat het leven er is om er voor zo’n kind te zijn. En dat je daarin zoveel vreugde en vervolmaking vindt. Sindsdien ben ik vooral dankbaar voor het leven en voor ons leven. Mijn leven is zwaarder geworden, maar de wereld is lichter geworden. Het heeft mij ook zoveel gegeven aan ruimte, hoop en levenskracht.

'Houd je van mij.' 'Heer u weet toch dat ik van u houd'.

Toch blijft Petrus ook de oude Petrus. Hij heeft gezegd dat hij Jezus lief heeft en dat hij hem ook in het lijden zal volgen. Maar ook dan blijft er nog iets van de impulsieve man, die openlijk jaloers durft te zijn en de rivaliteit met de andere leerlingen van Jezus voelt. Want er zijn ook andere leerlingen. Als Jezus zegt: volg mij, dan is er ook een ander die dat doet. ‘Wat gebeurt er dan met hem?’ vraagt Petrus. En je hoort in die vraag iets van: maar hij moet minstens zo’n zware last op de schouders krijgen als ik. Moet hij niet ook lijden. Als ik zal lijden, dan hij ook.

Maar dat kapt Jezus resoluut af. ‘Jij moet mij volgen, Petrus, en wat er met hem gebeurt, dat is niet jouw zaak. Misschien is er voor hem wel helemaal geen lijden. Misschien blijft hij wel in leven totdat ik kom.

Daar zit iets pesterigs in, waarmee Petrus op zijn nummer wordt gezet. Maar Jezus schetst daarmee ook de andere kant van het leven met Christus. Want het leven met Christus heeft ook die andere kant. De kant van het leven. De kant van het leven met God en bij God. De kant van het ontvangen van heel veel in grote dankbaarheid. Van overvloed en vrucht dragen. Van het voort blijven gaan, als een fietstocht op een mooie zomeravond. Van tot bloei komen hier op aarde voor Gods aangezicht. Van een leven in wijsheid, die leven brengt. Van een leven in liefde en verbondenheid met God en mensen.

Verbind je met mij zegt Christus. Houd van mij en deel mijn leven. Verbind je met mij in mijn gang naar het kruis. Zie hoe ik daar de wil van mijn Vader doe en jij: aanvaard het kruis dat op je weg komt. Aanvaard het lijdenskleed dat over je gelegd wordt en draag het alsof je het ontvangt uit mijn hand.

Verbind je met mij en verbind je met mij in mijn opstanding. Sta op, zoals ik op sta. Loop met mij door de tuin van het nieuwe leven. Laat je hart volstromen, met de geuren van deze dag. En zie dat je leven goed is. Amen.

Schriftlezing: Johannes 21:15-23