Charlottesville en de
Lost Cause |
|
Naar Homepage Naar Weblog Naar Archief |
In
de herfst van 2016 discussieerde de gemeenteraad van Charlottesville,
een klein
voornamelijk blank-liberaal stadje in het noorden van Virginia (VS), over wat de
raad wilde
doen met de standbeelden van twee zuidelijke generaals uit de
burgeroorlog, Robert
Lee en Thomas Jackson. Diverse mogelijkheden passeerden de revue.
Aanvankelijk
lag er een voorstel op tafel om beide standbeelden te
recontextualiseren –
d.w.z. van aanvullende informatie te voorzien. Dit voorstel en ook
andere voorstellen
behaalden geen meerderheid, maar in februari 2017 viel er toch een
besluit. Het
standbeeld van Thomas Jackson kon blijven staan, maar zou wel van
aanvullende
informatie worden voorzien. Het standbeeld van generaal Lee daarentegen
zou
worden verwijderd en de parken waarin ze staan zouden worden hernoemd.
Het
belangrijkste argument om iets te doen aan de beide standbeelden was
dat ze het
valse geschiedenisbeeld van de ‘Lost Cause’ continueren. In
het kort komt de ‘Lost Cause’-mythologie er op neer dat het zuiden voor
een rechtvaardige
zaak streed in de burgeroorlog. De burgeroorlog zou niet gedraaid
hebben om
slavernij, maar vooral ook om de rechten van de afzonderlijke staten
ten
opzichte van de federale overheid. Het zuiden zou vooral heel veel
onrecht zijn
aangedaan door de oorlogsverwoestingen en de 10 jaar bezetting na
afloop van de
oorlog (Reconstruction). De oorlog zou vooral een culturele clash
tussen noord
en zuid zijn geweest. Sir Walter Scott Nu
waren er inderdaad altijd grote culturele verschillen geweest tussen
het noorden
en het zuiden. Heel duidelijk zie je dat in de Bijbelse beelden die
noorderlingen
en zuiderlingen voor hun landsdeel gebruiken. Het noorden was het
terrein van puriteinen
geweest. Het Bijbelse beeld voor het leven in het noorden was dat van
Adam die
in het zweet zijns aanschijns zijn best doet om het ruige land te
herscheppen tot
een gecultiveerde tuin. Er heerste een mentaliteit van hard werken. Het
zuiden
daarentegen was vruchtbaar en had een mild klimaat. Het was al een
paradijs. Er
moesten vooral de vruchten van geplukt worden. Het zuiden werd dan ook
niet
bewoond door werkers, maar door gentlemen. Of
misschien beter gezegd: ridders, want
men spiegelde zich aan de romans van Sir Walter Scott. Zijn boeken
werden
verslonden en nagespeeld. Jongemannen dosten zich uit als ridders,
jonge
vrouwen als prinsessen. Speciaal populair waren ‘Ivanhoe’ en het
tragische ‘Waverly’.
In ‘Waverly’ maken aristocratische Schotse clans zich op voor hun
laatste heroïsch
gevecht tegen de beter bewapende, efficiëntere, handeldrijvende
Engelsen. Met
hen identificeerden zij zich. Zij zagen het noorden als een
geïndustrialiseerde, stedelijke en materialistische samenleving en
zichzelf als
een natuurlijke plattelandssamenleving. Zuiderlingen
hadden verfijnde manieren
en woonden in grote landhuizen met Attische zuilen aan de ingang. In
het noorden
lazen ze de Bijbel, in het zuiden Plato en Cicero. De zuiderlingen
waren
sowieso meer belezen. In het centrale bestuur van de VS hadden
zuiderlingen met
hun retorische en juridische scholing een buitenproportioneel aandeel.
Ze
hadden ook een sterke militaire traditie – ze vergeleken zich met
Sparta. Dat
was ook wel nodig. Net als in Sparta dreigde er altijd wel een lokale
slavenopstand die de kop ingedrukt moest worden. De
‘Southern Novel’ werd in de jaren
tachtig en
negentig van de 19e eeuw opnieuw populair en in de
crisistijd van de
jaren dertig opnieuw. In die tijd werd ook ‘Gone with the Wind’
geproduceerd.
Een heerlijke zwijmelfilm, die alle ingrediënten van de zuidelijke
roman en
daarmee ook van de Lost Cause-mythologie bevat en in de hele VS een
kaskraker
werd. Ook voor het noorden ging de plantage als een verloren paradijs
gelden. Lost
Cause/Paradise lost In deze cultuur van ontkenning en fabulering werden de standbeelden voor generaals uit de burgeroorlog opgericht, speciaal voor Lee. Aan zijn levensgeschiedenis zaten aspecten die het makkelijk maakte om hem als de grote verliezende held van het zuiden te framen. Lee aarzelde aanvankelijk of hij wel mee wilde doen met het zuiden. Lincoln bood hem zelfs nog het opperbevel aan van het noordelijke leger. Zo werd hij neergezet als de held die van te voren twijfelde over zijn taak, als Christus in Gethsemané. Lee was ook de verliezer pur sang, hij was de verliezer de grootste veldslag (Gettysburg) en uiteindelijk was hij ook degene die de overgave ondertekende. Men schilderde hem als een man die de nederlaag op zich nam zoals Christus zijn kruis. In
de VS zijn 52 scholen naar generaal Lee genoemd. Vaak zijn dit scholen
met een
groot aantal zwarte leerlingen. Er staan 718 monumenten die de
Zuidelijke
strijders in de Burgeroorlog gedenken. Sommige werden eind 19e
eeuw
opgericht, maar de meeste in de 20e eeuw, speciaal in de
jaren van
toegenomen raciale spanningen, zoals in de jaren rond WOI en de jaren
vijftig
en zestig. Ook na het jaar 2000 zijn nog een tiental monumenten
opgericht. Beeldenstorm In
augustus 2017 werden in Charlottesville protestmarsen gehouden door
leden van
de Ku Klux Klan, neo-nazi-groepen en anderen tegen het besluit van de
gemeenteraad om
het beeld van generaal Lee te verwijderen. Bij verschillende marsen
werden door
demonstranten anti-semitische leuzen geroepen (‘Jews will not replace
us’),
tegendemonstranten in elkaar geslagen en één tegendemonstrant werd
doodgereden. De
discussie in de VS is anders dan in Nederland. In
Nederland kijken we ongemakkelijk of met
schouderophalen naar de
beelden van Jan Pieterszoon Coen en Van Heutz. De discussie hier gaat
er vooral
over wat je moet doen met standbeelden van mensen wier daden je
tegenwoordig afkeurt.
In de VS is dat anders. Het gaat niet in de eerste plaats om de daden
van Lee
en Jackson. Het argument is dat ze de belichaming zijn geworden van de
‘Lost
Cause’-mythologie die tot op de dag van vandaag destructief doorwerkt. De
commissie die op last van de gemeenteraad was ingesteld schreef: ‘De
standbeelden van Lee en Jackson belichamen de ‘Lost Cause’
interpretatie van de
burgeroorlog, die het verleden van de Geconfedereerden (de zuidelijke
staten,
CW) romantiseerden en de verschrikkingen van slavernij en rol van de
slavernij
als de fundamentele oorzaak van de oorlog onderdrukte, terwijl ze blank
superioriteitsdenken bevestigen en in stand houden. De ‘Lost Cause’
interpretatie was een sleutelelement in de ideologische rechtvaardiging
van de
uitsluiting van Afrikaans-Amerikaanse
kiezers en de segregatie van Afrikaanse Amerikanen in vrijwel alle
terreinen
van het leven, inclusief werkgelegenheid, onderwijs, huisvesting,
gezondheidszorg en publieke voorzieningen.’ De
monumenten voor de Geconfedereerden zijn uitdrukking van een identiteit
die
gebaseerd is op rassenwaan en het omliegen van de geschiedenis. Het
ligt daarom
voor de hand om een heel aantal van die beelden te verwijderen en
anderen te
recontextualiseren. Voorafgaand
aan de beslissing van de gemeenteraad van Charlottesville mochten ook
burgers
hun zegje doen. Kenneth Jackson, wiens overgrootvader een slaaf was, merkte op
dat er weinig zwarten aanwezig waren op de publieke tribune. ‘Ze zijn
meer
bezig met andere burgerrechtenzaken. Vroeger besteedde je geen tijd aan
zaken
als het verwijderen van standbeelden’. Jacksons opmerking laat zien dat
de
discussie in Charlottesville vooral ook een discussie van blanke
Amerikanen is:
‘Nemen we afstand van een giftig geschiedenisbeeld. Wie willen we
eigenlijk
zijn?' Coen
Wessel |