Frankenstein:
de mens, het monster en de roman |
|
Naar
Homepage Naar Archief Naar Weblog |
In elke goede roman wordt geprobeerd iets over het wezen van de mens te zeggen. Een heel aantal auteurs komt dan tot de conclusie dat het nooit wat zal worden met de mensheid. Ze schetsen een beeld van een wreed universum waarin het menselijk pogen te kort schiet. Maar er zijn ook auteurs die proberen om wegen naar een goed en humaan samenleven te schetsen. In de eerste horrorroman, de roman ‘Frankenstein’ van Mary Shelley, zie je beide lijnen uit de moderne romangeschiedenis lopen. Met de mens dr. Frankenstein wordt het inderdaad niks. Maar dat monster: ach, had dat niet net even anders kunnen lopen? Mary Shelley De
ontstaansgeschiedenis van de Mary Shelley's roman
Frankenstein is net zo legendarisch als het monster
zelf. Mary Shelley vertelt
dat zij en haar man, de dichter Shelley, met de dichter Lord Byron op
een
regenachtige avond in Schepper en schepsel De roman Frankenstein is een
reactie op de Franse revolutie
en op de Verlichting. In de Franse revolutie is met veel geweld
geprobeerd de maatschappelijke
orde te herscheppen. In de radicale Verlichting wordt uitgezien naar
een
nieuwe, herschapen mens – een mens die zich losgemaakt heeft van het
christendom. Mary Shelley gaat in haar roman nog een stap verder: niet
alleen
de maatschappelijke orde en het sociale mens-zijn wordt herschapen,
maar
Frankenstein schept ook een nieuwe biologische mens.
En de vraag die deze roman op tafel legt is:
wordt dat niet zo’n horrorstory als de Franse revolutie. Mary Shelley ontwikkelt
daarvoor hoofdzakelijk twee
vertelperspectieven. In het ene vertelperspectief is de student
Frankenstein
aan het woord. Hij vertelt overtuigend dat deze nieuwe
scheppingsgeschiedenis
in een catastrofe eindigt. Frankensteins creatie keert zich tegen zijn
schepper
en vermoordt alle
mensen die
Frankenstein lief zijn. De wens om als God te zijn loopt even slecht af
als
eertijds in het paradijs.
Veel spannender en
aangrijpender is de andere literaire lijn
die door het boek loopt. Hierin vertelt de schepping van Frankenstein
zelf zijn
verhaal. We krijgen te horen hoe hij, vanaf het moment dat zijn
schepper hem in
de steek laat, zelf de wereld moet verkennen. Hoe hij het vuur ontdekt
en
voedsel. Hoe hij leert praten en lezen. Bovenal ontdekt hij de kracht
van
menselijk samenleven en liefde. Mary Shelley maakt invoelbaar hoezeer
het
monster er onder lijdt dat zijn schepper hem in de steek gelaten heeft
en dat
alle mensen hem verstoten vanwege zijn monsterlijke uiterlijk. Wanneer Frankenstein ook nog
eens weigert om
een metgezel voor hem te maken, een vrouwelijk monster, slaan alle
stoppen bij
hem door. In zijn eenzaamheid wordt hij nu helemaal een monster. Vervanging
van de
bijbel Met dit thema van de moderne
mens als mislukte schepper – en
als mislukt schepsel – is het een waanzinnig interessant boek . Er zijn
dan ook
boekenplanken vol over dit boek geschreven.
Ik heb Mary
Shelley’s roman
vooral gelezen als
een vooruitblik op de
twee eeuwen moderne romangeschiedenis die er na komt. De moderne roman
is
altijd nauw verbonden geweest met het project van de Verlichting om tot
een
nieuwe, niet-christelijke mens te komen. In een cultuur waarin de
autoriteit
van de bijbel is weggevallen thematiseert de moderne roman aspecten van
het
menszijn en zoekt naar oplossingen. Elke goede roman is een poging om
de bijbel
te vervangen. Mislukking? In het deel van Mary Shelley’s
roman waarin dr. Frankenstein
aan het woord is, wordt duidelijk gemaakt dat dat niet gaat lukken. Ook
al gaat
het hier om een nieuwe biologische mens die hij schept, de onderhuidse
boodschap gaat ook over de sociale mens: het lukt niet om een andere
mens te
scheppen die enigszins ‘houdbaar’ is en niet de trekken van een monster
heeft. Merkwaardig
genoeg is dat juist
een thema dat zeer vruchtbaar geweest is in de romankunst. Talloze
romanciers –
denk aan W.F. Hermans, Arnon Grunberg - thematiseren het mislukken van
alle
pogingen om tot een humaan menselijk samenleven te komen. Ik vind dat
een
pessimistische en inhumane boodschap. En bovendien zo ontzettend
oninteressant
en saai: ‘het is niets met de mens en het zal ook nooit wat worden’.
Gaap. In het deel waarin
Frankensteins monster aan het woord is
heb je de hoop dat het toch nog wat zal worden. Het monster vertelt hoe
hij
maandenlang een vluchtelingengezin gadeslaat en van hen leert hoe je
samenleeft
en samen overleeft. Hoe hij mooier wordt als mens en uiteindelijk uit
zijn
schuilplaats in de struiken tevoorschijn komt om zich te tonen. Mary
Shelley
wilde vooral een spookgeschiedenis vertellen en dus mislukt dit
volledig. Maar
niet elke geschiedenis wordt in de nacht geboren. In de tweehonderd
jaar na
Mary Shelley zijn er ook romanschrijvers opgestaan (Thomas Mann) die
wel zo’n
proces van innerlijke ontwikkeling tot een goed einde laten komen. Ze
laten een
mens wijzer, verantwoordelijker en liefelijker worden. Als ik tegenwoordig nog romans
lees – ik lees er steeds
minder – dan zijn het deze. Ze proberen in ieder geval een humaan
menselijk
samenleven vorm te geven. Of dat uiteindelijk ook buiten de godsdienst
om lukt
weet ik niet. Maar ze doen – net als aanvankelijk Frankensteins monster
– in
ieder geval hun best om tot een echt humaan leven te komen. Coen
Wessel |