De belofte van internet is dat het
mensen dichter bij elkaar brengt. Gemeenschapsvorming is ook een ideaal
van de christelijke gemeente. Een paar jaar geleden ben ik gaan
nadenken over hoe internet de verbondenheid van gemeenteleden kan
stimuleren. Volgens mij niet door als predikant een website op te
zetten (ook al heb ik die wel). Je komt daarbij niet veel verder dan
dat je een digitaal kerkblad bent, waarbij de moderator een spilpositie
heeft als een ouderwetse predikant in zijn gemeente. Nadenken over
internet is ook steeds nadenken over je gestalte van gemeente-zijn.
Maar wat dan wel? In dit
referaat wil ik vertellen hoe ik drie jaar geleden een aantal
mislukte
initiatieven van collega’s over gemeenschapsvorming via
internet heb geïnventariseerd. Daarna ben ik zelf in mijn
gemeente begonnen met gelinkte weblogs, om zo gemeenteleden deel te
laten nemen aan elkaars leven en geloof (zie hier).
Ook dit is min of meer mislukt. Ik vertel
successtory. Wel wil ik nadenken over een vervolg op deze
initiatieven. Hoe kan het wel, wat is daar bij nodig, wat zijn de
knelpunten. Daarbij komen ook steeds de ecclesiologische en
theologische vragen op tafel, die bij elk nieuw initiatief als een
pop-up te voorschijn springen.
Coen Wessel
Referaat op de
Ikon-conferentie ‘Pastoraat en internet’ 26 maart
2009
Drie
jaar
geleden leerde ik de weblogs van Live-journal kennen. Het bijzondere
van deze weblogs is dat je ze kan linken. Je kan jouw weblog
linken aan het weblog van een ander - als hij of zij dat goed vindt -
en die wordt dan jouw vriend. Linken houdt in dat je een
bericht
krijgt wanneer één van je vrienden een nieuw
weblog-bericht heeft geplaatst. Met één klik kan
je dat
dan lezen. En je kan er ook op reageren via een comment. (Voor een voorbeeld zie hier).
Mijn gedachte was: zou je zo’n systeem van gelinkte weblogs
niet
in de gemeente kunnen opzetten. Zou je op deze manier internet niet
kunnen gebruiken om gemeenschapsvorming te stimuleren. In onze kerk en
onze gemeentes gebruiken we internet voor sites van gemeentes en
predikanten. Dat is mooi, maar dat is toch vooral
éénrichtingsverkeer. Maar in de gemeente gaat om
‘wederzijdse troost en bemoediging’. In de gemeente
gaat
het om deelname aan het leven van Christus en aan elkaars leven. En
mijn idee was: zou je door mee te leven met elkaars weblog, niet deel
kunnen krijgen aan elkaars leven en elkaar zo ook makkelijker, ook in
het niet- virtuele leven, kunnen troosten en bemoedigen. Een soort
‘broeders en zusters des gemeenen levens’ in
cyberspace,
een virtueel avondmaal waarbij je je leven deelt. In een wisselwerking
tussen internet en het niet-virtuele leven, want de volgende dag
ontmoet je elkaar op het schoolplein of in de kerk. In mijn achterhoofd
had ik daarbij: is dat ook niet de belofte van internet 2.0, namelijk
dat het mensen in netwerken bij elkaar brengt.
Ik ben met mijn voorstel voor gelinkte weblogs naar de jonge-oudergroep
in mijn gemeente gestapt. Van te voren had ik wel bedenkingen. Willen
ze wel echt vormen van verbondenheid d.w.z. willen ze daar ook iets
voor doen? Toch dacht ik: misschien geeft juist de los-vaste manier van
zo’n weblog kansen, die aansluiten bij onze tijd: je hoeft je
huis niet uit naar allerlei gemeenteavonden, je doet het op een
tijdstip dat het jou past, mensen zoeken in deze tijd toch ook naar
vormen van soms intensief contact en dan weer niet.
De jonge oudergroep reageerde enthousiast. Ik heb een handleiding
geschreven en we zijn van start gegaan. Ze vonden het erg leuk om te
doen en waren erg trots op zichzelf. Er kwamen verhalen over vakanties
met de kinderen met foto’s erbij, maar ook wel over het
bidden
met kinderen of vragen van kinderen. Je kreeg een aardig inkijkje in
het leven van anderen, en in zaken die met geloof te maken hadden. Toch
is het project nooit helemaal goed van de grond gekomen. En na een
aantal maanden hielden de berichten op en bloedde het project dood.
Er was een praktische oorzaak.
Iemand had zich opgeworpen als stimulator van het project, maar die rol
kwam niet helemaal uit de verf. Ik had dat beter zelf kunnen doen.
Misschien dat als iemand er van het begin af aan goed aan getrokken
had, dat het project beter van de grond was gekomen.
Maar er zitten ook zwaktes in het project zelf. In deze opzet moet je
echt ook willen bloggen en niet iedereen heeft die aandrang in
zichzelf. Ook is in onze protestantse traditie het geloof een zaak van
gevoel en geest en niet zo makkelijk in elkaars leven te vinden. Er
kwamen wel vragen: wat voor kinderbijbel lees jij, maar daar bleef het
bij. Een meer praktische vorm van godsdienst genereert praktische
vragen waar je met elkaar over kunt overleggen. Via de omweg van de
praktische vragen komt het dan tot gemeenschap. Zo werken de
nieuwsgroepen van predikanten voor een deel ook. Voor een deel is dat
misschien te ondervangen door gerichte input te geven in een virtuele
gemeenschap.
Ik wil maar zeggen: bij het zoeken naar manieren om internet te
gebruiken neem je ook steeds theologische beslissingen: wat is
pastoraat eigenlijk, wat is gemeentezijn en je stuit nog harder dan
buiten de virtuele wereld op de vragen en zwaktes van je eigen traditie.
Coen
Wessel
predikant
van de Protestantse gemeente te Heerenveen