Gods naam en onze namen

Naar
Homepage


Naar Archief

Naar Weblog





Een leraar moet aan het begin van het schooljaar snel de namen van de leerlingen kennen. ‘Hé meisje op de derde rij, ga eens aan de slag’, werkt niet. Pas als hij de leerling bij haar naam noemt, zal ze zich aangesproken voelen. Een naam legt contact. Als je de naam van iemand kent, dring je dieper tot haar of hem door. Want een naam is van jou, hij hoort bij het diepste van wat je bent.

Een naam vertelt wat over je. In sommige delen van het land weten ze dan meteen van wie jij familie bent. In andere delen van het land schatten ze je meteen in. Allochtoon of juist niet. En Johnny klinkt meteen anders dan Alexander. Als Mozes van God te horen krijgt dat hij naar de farao moet gaan en zijn volk moet opzoeken, dan vraagt Mozes meteen: maar hoe heet u eigenlijk, wat is uw naam, van wie kan ik zeggen dat ik kom?

In de Bijbel worden veel namen aan God gegeven: de Heilige, de Barmhartige, de Almachtige, Rots, Bevrijder, Herder, Hoorder van de gebeden, Genadevolle, Liefelijke. De namen van God vertellen wie God is en wat God doet. God is niet zomaar een God of een soort algemeen begrip ‘god’. God is deze hele specifieke God: hij is Ontfermer, een Redder, een Schepper, de Vader van Jezus. Al die namen vertellen iets over wie God is en wat hij doet. God is daarbij niet in één naam te vangen, God heeft meerdere kanten, maar dat betekent niet dat je met God alle kanten op kan. God heet niet de Slavendrijver of de Knuppelaar. Al zijn namen, alles wat hij doet, wijzen in de richting van wat hij doet en is: Ontfermer, Liefdevolle, Herder.

Naamsverandering

Een mens verandert in zijn leven en bij een radicaal nieuwe levensfase verandert de naam soms mee. Door het contact met Jezus verandert zijn leerling Simon van zomaar een Simon in de mens die een rots zal blijken te zijn. Hij gaat Petrus heten – en Petrus is het Griekse woord voor rots. Naomi, de schoonmoeder van Ruth, wordt Mara, de bittere. Zelfs een paar letters verschil – Abram die Abraham wordt, Saulus die Paulus wordt – geeft al het teken dat er iets belangrijks veranderd is in het leven van deze mensen.

Vrouwen veranderen soms hun naam als ze volwassen worden en niet meer een naam met een verkleinwoordje er in willen dragen. Mariëtte (letterlijk: kleine Maria) wordt een stoere Jet, Jeannette (kleine Johanna) wordt een strijdvaardige Jeanne. Iemand die van geslacht verandert kiest ook een nieuwe naam.

Vroeger gebeurde het dat mensen die zich bekeerden tot het Christendom een nieuwe naam aannamen. Ze heetten niet meer Winfried of Freya, maar werden genoemd naar een heilige of een Bijbelse figuur. Door de doop waren ze andere mensen met een nieuwe naam. Hun nieuwe namen waren hun doop-namen.

Ook wij hechten bij de doop belang aan de namen. Geborgen in en vertrouwend op de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest word je gedoopt. Je namen worden genoemd, jouw wezen, jouw diepste ik, wordt gebracht bij de naam van God. En zo, innig verbonden, naam tegen naam, groei je en laat je je bepalen door deze namen.

Als je gestorven bent noemen we opnieuw met nadruk jouw naam. Die naam vormde jouw leven, was verbonden met jouw diepste wezen. Die naam staat geschreven in het boek des Levens, in de palmen van Gods hand. God kent die naam en God zal zijn eigen naam eer aan doen: hij zal zich over jou ontfermen.

Coen Wessel 

in: Weerklank 69, november 2022