Spengler |
|
Naar
Homepage Naar Archief Naar Weblog |
Gaat in
Nederland conservatisme gepaard met een terugkeer naar het
nationalisme, voor
Spengler is dat een doodlopende weg. Alle staten die zich op etniciteit
baseren
zijn stervende staten in zijn optiek. Etnische staten zullen de
internationalisering van de wereld niet overleven. De staten van de
toekomst
zijn de veel-volkeren staten zoals de Verenigde Staten, India en ook
China. Het
Christendom is de godsdienst die past bij zo’n
veel-volkeren staat, omdat het Christendom
principieel
internationalistisch is. ‘De katholieke kerk leert dat alle
christenen worden
herboren in het Volk van God, en dat deze nieuwe spirituele band
voorrang heeft
boven hun heidense oorsprong’. De geschiedenis van de kerk in
Europa ziet hij
als een worsteling tussen de heidense oriëntatie op de eigen
stam en de
christelijk-katholieke oriëntatie op de eenheid van Europa.
Voor het joodse
volk is hierbij een belangrijke taak weggelegd. De jood helpt de
christen door
de innerlijke heiden in hem te bekeren. De beide Wereldoorlogen en de
massale
kerkverlating in Europa wijzen er voor hem op dat de heiden aan de
winnende
hand is. Spengler
schrijft daarnaast uitgebreid over de wereld van het Midden-Oosten en
de Islam.
Voor deze godsdienst heeft hij geen goed woord over. Een enkele keer
schrijft
hij ook over China, dat hij als alle neo-conservatieven bewondert om
zijn
discipline en lange-termijn denken. Maar ook daar mist hij een bezield
doel.
‘Materialisme leidt alleen tot wanhoop’, waarschuwt
hij hen. Een
LaRouchie Tien
jaar lang bleef de ware identiteit van ‘Spengler’
verborgen. In 2008 werd zijn
identiteit ‘geuit’
op een weblog. Het
bleek te gaan om de joodse financieel analist David Goldman uit New
York, met
een levensgeschiedenis die net zo’n mooi tijdsbeeld geeft als
zijn
internetcolumns. David Goldman groeide op in een Amerikaans joods-communistisch milieu. Hij studeerde Duits, muziekwetenschappen en economie. Tijdens zijn studiejaren raakt hij in de ban LaRouche, een charismatische man die in de jaren zeventig de US Laborparty oprichtte. Goldman wordt eind jaren zeventig financieel analist van een wetenschappelijke front-organisatie van deze partij, de Fusion Energy Foundation. De ideeën van LaRouche waren Trotskistisch en anti-zionistisch, maar ook gewoon megalomaan en conspirationeel. Nog meer dan andere marxistische partijen had de beweging rond LaRouche trekken van een secte. Hij beweerde dat er een traditie van geheime kennis bestond, vanaf Plato, via de Renaissance tot aan de Duitse filosofen van de 19e eeuw aan toe. Deze geheime kennis werd echter voortdurend onderdrukt door een machtige tegentraditie die begon bij Aristoteles en waar koningen, inquisiteurs en joodse bankiers deel vanuit maakten. David Goldman slikte het allemaal. Weliswaar laat Goldman het in 1982 op een conflict aankomen met LaRouche en wordt hij door hem ontslagen, maar pas in 1986 beëindigt Spengler elke medewerking met LaRouche. Het is
opvallend hoeveel van de zaken uit zijn trotskistische LaRouche-tijd
terugkomen
in zijn Spengler-columns. Spengler trekt met gemak grote lijnen in de
geschiedenis, hij heeft aandacht voor financiële analyse en
hij is een
principieel internationalist. Hij is makkelijk te winnen voor grootse
vergezichten. In een autobiografische notitie beschrijft hij waarom hij
in 1981
bij Norman Bailey, special assistant van Ronald Reagan en staflid van
de
National Security Council, in dienst trad. ‘Bailey legde me
uit dat de VS het
Sowjetrijk aan het eind van de jaren tachtig verslagen zou hebben. Ik
hield hem
voor een gevaarlijke gek en trad onmiddellijk bij hem in
dienst.’ In de
tijd van de breuk met LaRouche maakt hij ook op religieus gebied een
ommezwaai.
‘Rond 1985 viel het verschrikkelijke inzicht dat ik bijna
tien jaar van mijn
leven in een gnostische secte had doorgebracht samen met een zware
periode in
mijn persoonlijke leven. Diep in de put zat ik op een avond aan de
piano en
speelde ik door de partituur van de Mattheus Passion en kwam bij het
koraal
‘Befiehl du deine Wege’. ‘Vertrouw gerust
je wegen en alles wat je hart ziek
maakt toe aan Hem die de hemel bestuurt. Hij, die wolken, lucht en
winden
wijst
spoor en loop en baan, zal ook wel wegen vinden waarlangs je voet kan
gaan.’
Voor het eerst in mijn leven bad ik en op dat moment wist ik dat mijn
gebed
verhoord was. Dat was mijn eerste stap van teshuva - van
terugkeer’. Goldman
gaat zich in deze jaren steeds meer verdiepen in het jodendom en wordt
een
actief lid van de ‘conservative’ Park Avenue
Synagoge in New York. Zijn
leidsmannen daarbij zijn Abraham Joshua Heschel, Franz Rosenzweig en
Michael
Wyschogrod. Hij raakt speciaal geïnspireerd door Rosenzweigs
stelling dat het
Joodse volk de christenen nodig heeft voor zijn eigen overleving. Onder
zijn
eigen naam gaat hij schrijven voor een site van de International
Council of
Christians and Jews. Later schrijft hij ook onder pseudoniem voor de
katholieke
site First Things. Goldman
werkt een aantal jaren bij Norman Bailey. Daarna stapt hij over naar de
financiële wereld. Hij werkt in hoge research posities bij
Credit Suisse en de
Bank of America en geeft hij leiding aan grote afdelingen. In 2005
verlaat hij
de financiële wereld. Naar eigen zeggen omdat het voor hem
steeds minder
duidelijk was hoe de financiële wereld de echte wereld zou
kunnen helpen. Een
aantal jaren later treed hij korte tijd toe tot de staf van de
katholieke site First Things. Geboortecijfers,
de paus en de Islam Wie zijn
wekelijkse columns leest, ziet een aantal thema’s steeds weer
terugkomen. Een
belangrijke graadmeter van de economische en culturele vitaliteit van
een natie
voor Spengler zijn de geboortecijfers. Die dalen niet alleen in Europa,
maar
ook in de Islamitische wereld. Op grond van de geboortecijfers
voorspelt hij
dat de Palestijnen over twintig tot dertig jaar bereid zullen zijn om
vrede te
sluiten. Zijn redenering is simpel: de jonge radicalen van nu zijn dan
vijftig
jaar en tot rust gekomen en er is nauwelijks een generatie om hen op te
volgen
omdat de Palestijnse geboortecijfers stevig dalen. De ontwikkeling van
de
geboortecijfers in het Midden-Oosten brengen hem tot de stelling dat
Israël de
regionale grootmacht van de toekomst zal zijn. Door het joodse
optimisme en de
joodse nadruk op het gezinsleven - ook bij de seculiere bevolking -
heeft
Israël een stabiel geboorteoverschot. De geboortecijfers in de
omliggende
landen zijn daarentegen dramatisch laag, met name in Turkije en in
Iran. De
macht van deze staten zal ineen schrompelen. In een geestig grafiekje
laat hij
zien dat er in 2090 zelfs meer Joden in Israël zullen zijn dan
er Polen zijn en
in het jaar 2100 zullen ze zelfs de Duitsers achter zich laten! Spengler
is een grote fan van de huidige paus Benedictus XVI. Voor Spengler is
hij de
laatste grote Europeaan, een man met een brede, universele kennis. Hij
ziet
Benedictus als iemand die Europa probeert te redden uit de
ruïnes van het
secularisme. De paus doet dat door terug te grijpen op de bijbelse,
joodse
wortel van de kerk en door de
hoge
cultuur van Europa te omhelzen. Zo plant Benedictus zaden voor een
vernieuwing
van de Europese cultuur. Spengler
is speciaal enthousiast over Benedictus’ liefde voor klassieke musici
als Bach
en Mozart. Met het omhelzen van de klassieke muziek verdedigt
Benedictus de
kunstvorm die volgens Spengler het best de Europese christelijke
traditie tot
uitdrukking brengt. Spengler is een aanhanger van de theorie dat de
klassieke
muziek op een zelfde wijze doelgericht is als de christelijke theologie
gericht
is op het doel van de voleinding. Klassieke muziek vertrekt van de
tonica,
neemt de luisteraar mee op reis om eindelijk opnieuw bij de tonica uit
te
komen. Het christendom neemt de gelovige mee op een
vergelijkbare
reis: een reis die begint op de momenten van openbaring en die na
omzwervingen
tussen de tijden eindigt bij God en bij het moment dat Gods nieuwe
wereld er
zal zijn. Uit deze weg naar God ontsprong de Europese beschaving. Het
gaf haar
een ongekende doelgerichtheid en een bereidheid om de impulsen van het
hier en
nu te onderdrukken. De
Europese beschaving moet ook nadrukkelijk verdedigd worden tegen de
Islam. Hij
doet dat soms met speldenprikken, bijvoorbeeld in een column
over het
verband tussen soefisme en pedofilie. Uitgesproken somber is hij over
de
economische vooruitzichten van de Islamitische wereld. De revolutie in
Egypte
ziet hij rechtstreeks leiden naar een hongersnood. De meeste
Islamitische
landen zijn mislukte staten, die door ernstige interne strijd
verscheurd
worden. Hij is een fel tegenstander van de Amerikaanse pogingen tot
nation-building
in Irak. Er moet geen Amerikaans belastinggeld aan zoiets
irreëels worden
uitgegeven. Het beste is om een politiek van containment te voeren ten
opzicht
van de Islamitische wereld. Met Rosenzweig noemt hij de Islam een
karikatuur
van Jodendom en Christendom. Hij is hevig geïnteresseerd in
theorieën over de
oorsprongen van de Islam waarin gesteld wordt dat Mohammed nooit
bestaan heeft.
Zijn afkeer van de Islam is zo groot dat hij soms malicieus wordt. In
één van
zijn columns fantaseert hij over een intelligence-operatie waarbij er
een
intellectuele frontorganisatie wordt opgericht – hier komt de
oude trotskist
weer boven - die Islamitische ketterijen ondersteunt. Het doel daarvan
is de
intellectueel zwakke Islam van binnenuit te ondermijnen. Inventief is
het
zeker, maar er gaat weinig liefde uit van zulke plannen. Evaluatie In het
blog-artikel dat Spenglers identiteit onthulde, werd over hem
geschreven, dat
hij niet over een heel brede achtergrond beschikt. ‘Hij doet
het beste wat hij
kan, met beperkte middelen’. Dat
klopt
wel. Spengler heeft een aantal vaste schema’s waarmee hij
naar de geschiedenis
en naar de wereld kijkt. De schema’s zijn deels aan
Rosenzweig ontleend,
wanneer hij spreekt over christendom en heidendom of over de eeuwigheid
van het
joodse volk. Belangrijker
voor zijn
denken lijken me nog zijn muziektheoretische beschouwingen over het
verband
tussen doelgerichtheid en christendom. Ook
al zijn de grondslagen
van zijn denken wat beperkt, hij opent er grootse en soms geestige
vergezichten
mee. Speciaal
wat hij schrijft over Europa vind ik verhelderend bij het nadenken over
de
politieke crisis in Nederland. Europa heeft eerst zijn christendom
opgegeven en
is in de 19e eeuw en de eerste helft van de 20e
eeuw gevlucht
in nationalisme. Na het failliet van het nationalisme is het gevlucht
in een
relativering van alle waarden en een leeg internationalisme. Nu ook dat
vast loopt
dreigt een nieuwe wending naar een obscuur nationalisme. Het enige dat
helpt is
een erkenning van de christelijke wortels van Europa en een voortbouwen
daarop.
Over het realiteitsgehalte van dit project ben ik net zo pessimistisch
als
Spengler. Maar het neemt niet weg dat je daarvoor - met Benedictus -
zaden kan
planten. Coen Wessel
Dit artikel verscheen in 'In de Waagschaal' 17 september 2011 (jaargang 40) In september 2011 verscheen
David Goldman's boek 'How civilizations die'
|