Jezus huilt |
|
Naar Homepage Naar Weblog Naar Preekarchief |
Je
hoort de woorden van Jezus en misschien probeer je er wel mee te leven.
De woorden dat je iemand de andere wang moet toekeren. Dat je
je vijanden lief moet hebben. Je hoort bij Jezus hoe belangrijk liefde,
vrede en geweldloosheid is. En dat alle mensen vrouwen, mannen, hoog of
laag,
uit welk volk of ras dan ook gelijk is in de ogen van God. En dat is
goed, dat
is ook in onze samenleving goed om te horen. En
soms denken we dat dat wat al te
lievige, zijige woorden zijn. Wie is er niet voor vrede, voor liefde
voor
elkaar, voor… en dan vergeet je de hoogst politieke lading van de
woorden van
Jezus. Want als Jezus zegt vrede, dan
schopt
hij tegen de schenen van al de mensen die dromen van strijd, van
onafhankelijkheid, baas in eigen land, herstel van het koninkrijk van
David, de
Romeinen het land uit. Niet alleen tegen de schenen van de mensen die
misschien
op dat moment al fantaseren over guerilla, geweld en opstand, maar ook
tegen de
schenen van de mensen die daar de ideeën voor aandragen. Mensen die
benadrukken
hoe geweldig de eigen kwaliteiten van het volk Israël zijn, de mensen
die de
tempel alleen maar belangrijker en rijker willen maken. Mensen die
afgeven,
niet alleen op Romeinen, maar ook op Samaritanen of op zoveel andere
volken. Het
lijkt misschien onschuldig, dat afgeven op die Samaritanen of jezelf
zoveel
beter voelen – er lijkt misschien ook waarheid in te zetten – het is
toch ook
een raar volk – je denkt: het zijn maar woorden. Maar alles bij elkaar
scheppen
ze een klimaat, geven ze een richting aan. En juist tegen al dit soort
verleidelijke dommigheden heeft Jezus zijn prediking, zijn manier van
leven
ingezet. Meer
dan 30 jaar na de dood en opstanding
van Jezus gebeurt het. De aanleiding is een domme belastingverhoging.
Er
ontstaan relletjes, en er volgt een grote opstand als men merkt dat de
Romeinen
niet zo sterk zijn. Binnen de opstandige beweging krijgen al snel de
meest
radicale voormannen het voor het zeggen, die van geen compromis willen
weten.
Maar de Romeinen slaan terug, ze belegeren Jeruzalem en in 70 wordt
Jeruzalem
ingenomen en wordt de hele stad, inclusief de tempel, verwoest. Meer
dan een miljoen
mensen komen om. Daar
kan je dus in terecht komen als je
niet je hand uitsteekt naar mensen uit andere volken. Als je blijft
dromen over
de eigen voortreffelijkheid. Dan vervliegt de weerstand tegen mensen
die je
meeslepen in een groots avontuur. Ik moet denken aan de Brexit. Het
begint met
grapjes over hoe stom de Fransen zijn. Ideeën over de eigen
voortreffelijkheid.
Daarna de leugens. Nu de Brexit en wie weet wat er de komende jaren nog
komt. Maar
zover is het nog niet op de dag dat
ons verhaal zich afspeelt. Het verhaal speelt zich af met Palmpasen. De
leerlingen van Jezus hebben voor hem een ezel losgemaakt en Jezus gaat
daar op
zitten. De leerlingen van Jezus beginnen hem toe te juichen, ze
spreiden hun
mantels op de grond en ze loven God. Ze roepen: ‘Gezegend die daar komt
in de
naam van de Heer. Gezegend de koning’. Zo dalen ze de Olijfberg af en
Jezus
ziet de stad Jeruzalem voor zich liggen. Het is een moment van grote
triomf.
Straks zal Jezus Jeruzalem binnen gaan. Als een koning zal hij
binnengehaald
worden. En je denkt: Jezus moet zich geweldig voelen, de koning te
rijk. Maar
Jezus huilt. Jezus huilt om de stad Jeruzalem die voor hem ligt omdat
hij ziet
dat het niet goed kan blijven gaan met deze stad. Dat dit een keer fout
moet
gaan. Jezus
huilt. En hij huilt niet eens over
zichzelf. In de evangeliën wordt vaak verteld dat Jezus wist dat hij
zou
sterven. Dus je zou je voor kunnen stellen dat Jezus met de stad voor
ogen waar
hij ter dood zal worden veroordeeld in tranen uitbarst. Maar hij huilt
om de
stad. Omdat hij ziet dat het op een dag wel mis moet gaan. Jezus
had ook zoiets kunnen hebben van:
het is straks jullie verdiende loon, jullie luisteren niet naar mij,
jullie doden
mij, dan kan mag dit hele zooitje van mij ook wel instorten. En in de
christelijke traditie is zo ook wel aangekeken tegen de verwoesting van
Jeruzalem: als een goddelijke straf voor de kruisiging van Jezus. Maar
daar is
bij Jezus niets van te merken: hij heeft het niet over straf of over
eigen
schuld, dikke bult. We weten van Jona dat hij toen hij Ninevé
gewaarschuwd had
dat de stad ten onder zou gaan, dat hij buiten de stad op een heuvel
ging
zitten om een mooi uitzicht te hebben op de special effects die hij
verwachtte
voor zijn ogen te zien. Jona had geprofeteerd en nou moest die stad ook
lekker
ten onder gaan. Maar als Jezus uitkijkt over Jeruzalem is er niets te
merken
van ‘ha, wacht maar, straks gaan jullie ten onder’. Hij heeft verdriet
dat deze
stad en dit land een verkeerde keus maakt. Een
vriendin van mij kreeg een relatie met
een jongen die ik niet zag zitten voor haar. Dat liet ik ook merken.
Maar zij
zag dat anders, haar relatie werd serieuzer en ze gingen trouwen. Niet
lang na
de bruiloft spatte het huwelijk uit elkaar. Ik weet nog dat ik de
eerste keer
dat ik haar daarna zag tegenkwam en zoiets tegen haar zei als: ‘dat had
ik je
toch gezegd!’. Ze reageerde woedend. En terecht. Ik wilde mijn gelijk
en mijn
triomf halen, maar wat was er voor triomf dat twee mensen een heel
harde slag
in hun leven kregen? Ik had veel meer verdriet moeten hebben. Hoe
zouden de mensen zich voelen die al
veertig jaar geleden waarschuwden voor de opwarming van de aarde. Dat
er iets
moest gebeuren aan de uitstoot van schadelijke stoffen. Dat we anders
zouden
moeten gaan leven. Te weinig mensen namen hun waarschuwingen toen
serieus. En
nu, nu blijkt de aarde inderdaad op te warmen, hoe zouden ze zich
voelen?
Triomfantelijk: ha, we hebben gelijk, we zijn altijd weggezet als
onheilsprofeten, maar kijk ons eens gelijk hebben. Of verdriet dat het
zo ver
heeft moeten komen. Dat het zoveel beter zou gaan met mensen en dieren,
dat de
kosten minder hoog zouden zijn geweest en dat een kabinet nu geen
paniekvoetbal
had hoeven spelen als er eerder geluisterd was. Als
Jezus dan
Jeruzalem echt binnen gaat, gaat hij naar de tempel en begint daar de
handelaars die op het tempelplein aanwezig zijn en die offerdieren
verkopen of
die geld omwisselen, weg te jagen. De tempel is niet meer in de eerste
plaats
gericht op gebed, het is te weinig een huis van gebed. In plaats
daarvan is het
een financieel centrum geworden, een commerciële onderneming, een plek
die
gericht is op de eigen macht en het eigen nationaal prestige. Dat
verjagen van die
tempelhandelaren. Ik zie dat hier vooral als een wanhoopsactie. Vanuit
het
inzicht: het gaat fout, ze luisteren niet, het gaat maar door, ik houd
het niet
tegen – misschien ook wel als een stompzinnige radicalisering,
misschien was
het wel heel onverstandig van Jezus om dit te doen, maar
vanuit het besef: mensen alles wat we doen
in de tempel, in de kerk, in de synagoge of waar ook: het gaat om God,
om ons
contact met hem, om de bede om zijn koninkrijk. Jezus zet de boel op
scherp: zo
wil ik dat godsdienst is. Dat een tempel, een kerk is als een plek waar
echt
eer aan God gegeven wordt. Als een plek waar mensen samen komen om
zicht tot
God te keren. Ook de hogepriesters, de schriftgeleerden en de leiders
van het
volk hebben door dat nu
de boel op
scherp staat. Ze zien maar een mogelijkheid om alles te laten zoals het
is:
deze man moet dood. De
woorden van
Jezus lijken soms zulke voor de hand liggende woorden, die alleen maar
lijken
te gaan over het onderlinge contact. Over de privésfeer. Maar
gelijkheid,
vrede, vergeving, vijandsliefde ze hebben een enorme reikwijdte, in de
samenleving, de cultuur, de politiek. En roepen daar ook tegenkrachten
op, die
met geweld de orde willen bewaren. Niet
meer dan een
paar dagen na Palmpasen is Jezus gevangengenomen en veroordeeld. En met
zijn
kruis wordt hij naar Golgotha gebracht. En dan komt een groep vrouwen
hem
huilend tegemoet. Ze slaan zichzelf op de borst als teken van rouw.
Maar ook
hier zegt Jezus: huil niet om mij, maar huil om jezelf en om je
kinderen. Ook
hier wijst Jezus van zichzelf weg. Het verdriet moet niet om hem gaan,
maar om
de stad Jeruzalem. Huil niet om mij, want jullie stad zal worden
verwoest en
jullie kinderen vermoord. Bedenk: als een onschuldig mens als ik zo
wreed
gekruisigd wordt, wat kan er dan niet gebeuren met jullie. Ook dat is
een
oproep om zelf de weg van de vrede te gaan. En verdriet te blijven
hebben over
alles en iedereen die ten onder gaat. Amen. |