De
rijke man en Lazarus |
|
Naar
Homepage Naar Preekarchief Naar Weblog |
![]() In het verhaal van Jezus is de rijke man alleen maar de slechterik. Hij is niet alleen rijk, maar ook ijdel: purperen gewaden, fijn linnen, tasjes van Gucci, elke dag een uitbundig feest. En over de arme man geen kwaad woord. Hij snakt er alleen maar naar de broodkorsten die op de grond vallen te eten. Het verhaal heeft op geen enkele manier te maken met de reeële problemen waar je tegen aan loopt als je armoede wil bestrijden. Met ontwikkelingshulp die ondanks alle goede bedoelingen zo vaak niet helpt. Het vertelt niets over jongens die liever rondhangen bij de coffeeshop en af en toe wat jatten dan dat ze naar school gaan en met inspanning een diploma halen. Jezus vertelt alleen een karikaturaal verhaal over een ontzettend slechte rijke man en een wel heel erg zielige man. Ik denk dat je dit verhaal inderdaad zo moet lezen: als zo’n spotprent, zo’n karikatuur in de krant waarin Ruud Lubbers altijd een stoppelbaard heeft en Job Cohen een kopje thee in zijn hand. Want alles in dit verhaal is grotesk en karikaturaal. De martelingen in de vlammen die de rijke moet ondergaan, de engelen die de arme wegdragen naar Abrahams schoot. Dat is geen ‘waar verhaal’, geen precieze beschrijving van wat er na de dood plaatsvindt. Er wordt iets uitvergroot als op een spotprent. Natuurlijk gaat niet echt zo als in dit verhaal, dat kan iedereen zien. En tegelijkertijd ook wel. Laat dit verhaal in al zijn overdrijving hoe het gesteld is met een rijke man. Want dit verhaal gaat niet over arm en rijk. Het gaat alleen over rijk. Het gaat niet over Lazarus.. De man die in de fabrieken van Sjanghai werkt en dolblij zou zijn met een paar tientjes in de maand erbij, heeft weinig aan dit verhaal. En ook de moeder in Nederland die ongelofelijk haar best moet doen om de touwtjes aan elkaar te knopen zal zich niet herkennen in Lazarus. Ja, ze verdient veel te weinig, maar ze voelt zich niet zo’n zielige sloeber als Lazarus. Het evangelieverhaal gaat niet over hun problemen en de keuzes die ze moeten maken. Het zegt niet: stuur je kinderen naar school, dan krijgen zij het beter. Het zegt niet: zoek je heil niet in de drank of in de misdaad. Of: word lid van de vakbond. Nee, de rijke is de hoofdpersoon, dit is een stuk evangelie voor de rijken. Zij worden aangesproken en op de korrel genomen in dit verhaal. ![]() Een mens had twee zonen, zo begint het verhaal over de verloren zoon. Het is het basismotief van talloze bijbelse verhalen. Jacob en Esau., Kaïn en Abel Twee broers, soms ook twee zusters, en ze hebben altijd mot met elkaar, zoals we dat kennen uit ons eigen leven. Ook in dit verhaal gaat het over twee zonen. Twee zonen van Abraham. Een zoon die terugkeert in de schoot van zijn vader Abraham, Lazarus. En een verloren zoon, die niet meer terugkomt, de rijke man. En net als in het verhaal van de verloren zoon, komt ook hier de verloren zoon tot inzicht. Als hij Lazarus daar zo heerlijk ziet zitten in de schoot van zijn vader, teruggekeerd tot zijn oorsprong, paradijselijk dicht bij papa als een kind op schoot, dan herinnert hij zich dat Abraham ook zijn vader is. En hij roept: Vader, Vader Abraham, heb medelijden met mij. Dan herinnert hij zich dat hij een kind van Abraham is en een kind van God en dat Lazarus zijn broeder is. Maar dat is veel te laat. Voor hemzelf, voor Lazarus en voor God. Bij zijn leven had hij aan Lazarus en aan al die andere armen moeten denken. De boodschap van mijn preek is niet: u, als rijke, zou veel meer aan de arme moeten denken. Want daarvan ken ik u niet goed genoeg, ik weet niet eens of u wel een rijke bent, en voor zover ik u ken bent u wel degelijk zeer bezorgd om het lot van arme mensen. Mijn boodschap van vandaag is: wat goed dat u zich daar mee bezig houdt. Wat goed dat er in deze gemeente mensen zijn die zich daar mee bezig houden in de diaconie, met een voedselbank, met mensen die naar Bosnië gaan of naar Kenia. Kijk, het er voor zorgen dat arme mensen minder arm worden is ingewikkeld. Landen in Afrika blijven arm, niet omdat er geen hulp genoeg is, maar omdat er geen goed bestuur is en ook omdat helpen zo ingewikkeld is. En toch is het ook eenvoudig. Zo karikaturaal eenvoudig als in het verhaal Jezus. Het begint met er voor te zorgen dat iemand niet van de honger dood gaat. Of eigenlijk begint het nog eerder. Het begint er mee je te realiseren dat je iets hebt met elkaar. Dat je verbonden bent met elkaar. Of misschien begint het er gewoon mee om iets bij jezelf te realiseren dat je een kind bent. ![]() Bij alle gecompliceerdheid van armoedeproblematiek ligt het zo eenvoudig. Zo eenvoudig ligt het en zo eenvoudig is God. Begin met dit besef en worstel je daarvandaan door alle moeilijkheden van hulpverlening en dingen die mis gaan heen, maar dit is je basis. Zo eenvoudig leert Jezus het, zo eenvoudig leren Mozes en de profeten het. Zo eenvoudig zegt de Koran het en de humanistische tradities. Daar heb je geen bijzondere openbaringen en geen mensen die uit de doden terugkomen voor nodig. Het is simpel als dat: de arme is je broeder. Lucas 16:19-31 Heerenveen, 26 september 2010 |