Top2000-dienst
2017 |
|
Naar Homepage Naar Weblog Naar Preekarchief |
Prediker 3:1-15 en Openbaring 21:1-7 Top2000-dienst Hoofddorp 31 december 2017 Thema: ‘Stel je
voor’ Als student woonde ik naast een studente die
steeds het
nummer ‘I am a woman in love’ - ik ben
een verliefde vrouw - van Barbara Streisand draaide. En dan zong ze het
refrein
heel hard mee boven de muziek uit te. Ik hoor haar nog: it’s a right I
defend. En
dat dan over and over again. Popliedjes verwoorden het gevoel dat je hebt
op dat moment. Het
gevoel van verliefdheid of van eenzaamheid. Ze brengen dat gevoel onder
woorden
en vergroten het uit. Waar de popmuzikanten over zingen hoef je
niet eens zelf
meegemaakt te hebben, je kan het je zo voorstellen. Als jongen van 15
was ik
dol op een heel rustig liedje over een oude mijnwerker die elke dag 15
mijl
naar zijn mijn loopt en dan weer 15 mijl terug en het in het weekend op
een
drinken zet. Ik was geen mijnwerker, de school was tien minuten lopen
en
drinken in het weekend deed ik al helemaal niet. En toch was het lied
herkenbaar. Het gevoel van gevangen te zitten in een leven dat er nu
eenmaal
is. Of zoals de nr. 1 in de Top 2000, Bohemian Rhapsody begint: ‘Is dit
het
echte leven, of is het slechts fantasie, gevangen (in een lawine), geen
ontsnappen mogelijk aan de realiteit'. Later kwam het liedje ‘Saturdaynight fever’,
over een arbeidersjongen
die in het weekend de koning van de disco is. Het gevoel van: ik wil
hier niet
zijn, ik wil hier weg, ik wil naar iets groters, naar een voller leven.
Het
gevoel van de dichter Marsman: ‘het nest is goed, maar het heelal is
ruimer’. Een
verlangen naar een groots en meeslepend en vooral heel erg ruim heelal.
En dan
gaat het in popliedjes niet eens zozeer over de tekst, maar minstens
zoveel
over het gevoel van de muziek. Bij Saturday Night fever is dat het
onrustige,
stuwende ritme dat alles vertelt over de onrust en de energie in je
lijf waar
je iets mee wil doen. Die wanhoop is soms ook een moment in je
leven. Dat gevoel
van gevangen zitten is niet alleen iets voor een middelbare scholier .
Dat
gevoel van ‘ik ben opgesloten’, in mijn werk, in mijn relatie, in mijn
gevoel.
Of een veel breder gevoel van wanhoop dat in periodes van je leven over
je heen
kan golven. Wat doet alles er eigenlijk toe. Waarom ben ik hier. In de bijbel komen die momenten van wanhoop
ook ter sprake.
Er zijn psalmen waarin verdriet en wanhoop uitgeschreeuwd worden.
Klaagliederen
waar de depressie van afdruipt. Maar de liederen verhalen in de Bijbel
hebben
altijd een moment van: en toch. Toch nog een beroep op God. Toch nog:
maar u
bent mijn redder. Toch nog: keer u tot ons. Toch nog een gloria na het
Kyrie. En
dat is ook wel eens een nadeel. Want je hebt vaak helemaal geen zin in
dat ‘en
toch’. Je gelooft het niet of je wil juist gewoon lekker even blijven
staan op
dat gevoel van wanhoop en van verscheurd zijn. Het kan je zo goed doen
als je
hoort hoe iemand anders – Janis Joplin, Amy Whinehouse – die
verscheurdheid
uitschreeuwt, als alleen maar een rauwe kreet, zonder oplossing, zonder
hoop.
Juist dat je daarin in je wanhoop helemaal gekend wordt, geeft
opluchting. Prediker raakt aan dit soort gevoelens. In
eerdere
hoofdstukken uit Prediker gaat het over het gevoel dat niets er
uiteindelijk
toe doet. Alles is lucht en leegte, alles is ijdelheid. Of in de
woorden van
het slot van Bohemian Rhapsody: nothing really matters to me: niets
doet er
toe, hoe de wind ook waait, anyway the wind blows - niets doet er toe. Het hoofdstuk dat we lazen gaat er over dat
alles zijn tijd
heeft. Voor alles is er een moment. Er is een moment voor dat gevoel
van ‘niets
doet er toe’. Later is er dan wel weer tijd voor het tegenovergestelde:
voor
blijdschap. Dat is wijsheid die je kan meevoelen. Niet alles hoeft
tegelijkertijd. Er is een moment om feest te vieren, en een ander
moment om te
rouwen of te scheuren of zelfs te haten. Dat heeft iets van: leef dan
ook in
het moment, leef in het nu, geniet als God je iets geeft om te
genieten, het is
een geschenk van hem, hou je dan niet terug. En er zit ook iets in van
ja, zo
is het leven nu eenmaal een aaneenschakeling van momenten. De popgroep
The
Byrds citeren in het lied dat we van hen hoorden Prediker bijna voortdurend letterlijk, maar ze voegen
daar steeds
aan toe: turn, turn, draai, draai, keer om, keer om. Alsof het leven
een groot
rad is, dat wentelt en wentelt en wentelt. Je wordt geboren, je gaat
dood en de
wereld draait maar door, als groot rad van fortuin waaraan geen
ontsnappen
mogelijk is. Vandaag is het Oudjaar en oudjaar heeft dat
gevoel van de
klok die draait en van het leven dat verstrijkt. Oudjaar is daarmee een
beetje
een vreemd kerkelijk feest. We hebben net het feest van de geboorte van
Jezus
achter de rug, het feest van geboorte en herschepping en nieuw begin –
en dan
is het natuurlijk erg onlogisch om een paar dagen later stil te gaan
staan bij
de vergankelijkheid van het menselijk leven. Pas ergens in de 19e
eeuw is men Oudjaar begonnen te vieren in de kerken. Maar goed, dat is
nu een
maal zo. Zo vieren we het, zo beleven we het – we hoeven daar ook niet
voor weg
te lopen. De klok tikt. De klok verstrijkt. Alles
stroomt en niets
blijft. Turn, turn, turn. En toch, en toch. Morgen is het kerkelijke
feest dat een
jongetje besneden wordt, opgenomen wordt in de verbondsgeschiedenis van
God met
zijn volk. Hij krijgt een naam. Jezus heet hij en hij moet weinig
hebben van
die eeuwige wederkeer van hetzelfde. En zelfs de popgroep The Byrds
laat het
niet bij het eeuwig draaien van het rad van fortuin. Ja er is misschien
een
tijd om te scheuren en een tijd om te oogsten, een tijd om lief te
hebben en te
haten, een tijd voor vrede en een tijd voor….Nee, er is geen tijd voor
oorlog. Midden
in de tijd van de Vietnam-oorlog wijken ze af van de Bijbeltekst. En
zingen ze
dan het enige andere zinnetje dat ze
toevoegen aan de bijbeltekst: it’s not to late. Het is niet te laat.
Een
aandrang om te breken met de cyclus van oorlog, vrede, oorlog. Bijbels,
profetisch, een oproep. Breek uit die cyclus. En dan klinkt in dat
‘turn, turn,
turn’ ook een andere betekenis. Niet alleen een wiel dat draait, maar:
draai je
om, turn around, keer je om, bekeer je en maak vrede. We eindigen deze dienst straks met Abba. ‘I
have a dream’.
Woorden van Jesaja en van Martin Luther King. Woorden ook van Johannes
op
Patmos. Niks geen tijd meer voor oorlog, niks voor haat. Maar ‘Imagine, stel je
voor,
stel je voor dat het anders is’ . Ik heb een droom, ik heb een lied om
me door
de realiteit die me zo benauwt heen te helpen. Een visioen uit de
hemel. Vrede
op aarde. Wie zongen daar ook wel eerder over? O, ja de engelen. Ik
geloof in
engelen. Om vrede te verkondigen, om misschien ook wel mee te worstelen
en dan
de Jabbok eens en voor altijd over te steken. I cross the stream, ik
steek de
rivier over, I have a dream. Amen. |