Naar
Homepage
Naar Preekarchief
Naar
Weblog
|
In
de bioscoop
waan je je in een andere wereld. De lichten gaan uit, de film begint en
je wordt meegezogen in de film, het is alsof je zelf in die andere
wereld aanwezig bent. Met de nieuwe 3D-technieken krijg je zelfs het
idee dat je de helden kunt aanraken of dat het monster jou gaat
verslinden. Beelden roepen een andere realiteit op en stellen die heel
indringend aanwezig.
Soms heb je dat nodig, omdat je aan woorden niet genoeg hebt.
‘Vertrouw er maar op, het komt allemaal goed’. Maar
je kan
je het absoluut niet voorstellen dat het goed komt. Niets wijst daarop.
Je wilt het zien! Je wilt een beeld voor ogen zien, pas dan kan je
vertrouwen.
Soms wordt je zo’n beeld geschonken
waardoor je verder kunt.
Een man vertelt. Toen ik 16 jaar was overleed mijn moeder. Mijn vader
was volstrekt van slag en in de maanden na de begrafenis was ik er
alleen maar mee bezig om mijn vader overeind te houden. Eigenlijk was
er nooit een moment voor mij om verdriet te hebben over mijn moeder.
Toen vorig jaar de moeder van mijn vrouw overleed, klapte ik in elkaar.
Ik bleef maar huilen. Al het verdriet over mijn eigen moeder kwam
eindelijk boven. Toen ik aan het einde van zo’n dag uitgeput
in
slaap viel had ik een droom. Ik zag een gestalte vol op mij toekomen.
Wie of wat dat was - wat het engel, wat het mijn moeder, was het Jezus
- ik weet het niet, maar het was een gestalte vol van licht en al in
mijn droom kwam er een diepe rust over me. Toen ik de volgende dag
wakker werd was ik uitgerust en kon ik verder gaan met mijn leven.
Jacob zit op het dieptepunt van zijn leven. In zijn huis is hij niet
meer veilig. Hij heeft zijn broeder Esau bedrogen, en Esau zint op
wraak. “Ga weg” zegt zijn moeder. “Ga
maar eens een
vrouw zoeken” vindt zijn vader. Maar hoe dan ook, hij moet
weg.
Weg uit het land, dat hij kende, weg van de plek waar alles vertrouwd
was. Hier had hij een gezegend man willen worden, met
eerstgeboorterecht en met de zegen van zijn vader. Maar nu moet hij weg
en van die hele prachtige toekomst kan hij zich niets meer voorstellen.
Hij
is op deze plek terechtgekomen. Het is een grensplek, de laatste
etappeplaats in het land. De volgende dag zal hij verder moeten gaan:
het onbekende, onveilige en onvertrouwde in. Maar voordat hij die stap
in de onveiligheid zet, gaat hij nog één keer op
een
veilige plek slapen.
Jacob droomt. En ineens is hij in een andere wereld. De plek is van
gedaante veranderd, het is niet meer meer een plek waar hij vandaan
straks misschien wel zijn dood in een vreemd land tegemoet gaat. Zoals
in een
droom je huis plotseling heel anders in elkaar zit, zo is dit een
andere plek. Hij ziet engelen van deze plek vandaan opstijgen
naar boven, en dan vertrouwd weer terugkomen. Deze plek is niet de
poort naar de dood in een vreemd land, deze plek is de poort naar de
hemel. En als hij naast zich kijkt, dan ziet hij vlak naast hem God
staan. Oog in oog met God staat hij.en God belooft hem het hele land,
een nageslacht zonder einde en zijn
aanwezigheid dag en nacht.
Als Jacob wakker wordt, is hij een ander mens. Hij heeft vertrouwen in
de toekomst. Natuurlijk, nog niets daarvan is gerealiseerd, maar het
beeld van God die met hem is, is zo sterk in hem, dat hij zijn lange en
moeilijke reis aankan.
Zien hoort bij God. God ziet ons. Hij ziet het verdriet dat zo diep
verborgen zit in ons hart. Hij ziet de mooie dingen die we doen, het
bezoekje aan de buurvrouw die met iedereen ruzie maakt. God ziet hoe we
proberen zijn mensen te zijn, ook al ziet niemand dat of heeft niemand
daar belangstelling voor, maar God ziet dat. God ziet en dat zien is
een volheid, is een volle blik, is een geheel van wie wij zijn ten
diepste toe zijn.
Maar wij van onze kant ervaren die volheid niet in ons leven. Wij zien
meestal de grootheid en heerlijkheid van God niet, wij zien de
moeilijkheden van ons leven en het verdriet dat er is. We ervaren de
liefdeloosheid van elkaar en van onszelf. We zien alleen het
onvolmaakte. God zien we niet oog in oog.
Niet zien, maar horen hoort bij ons. Hier in de kerk horen we Gods
woorden. Dat is het waar wij het over het algemeen mee moeten doen.
Meestal geeft dat ook niet. Het zijn goede woorden die ons oproepen om
met hoop, geloof en vooral ook met liefde ons leven in te richten en
het zo goed uit te houden in een wereld waar God nog niet overal
zichtbaar is. De geslachten voor ons hebben het er mee kunnen doen en
waarom wij dan niet.
En toch, soms wil je meer. Soms moet je meer. Soms moet je zien, omdat
je anders niet verder kan. Zoals Jacob op de vlucht. Zoals Johannes,
gevangengezet op Patmos
In onze tijd is door film, door televisie en nu helemaal door de
internetrevolutie het beeld zo sterk in onze cultuur aanwezig, dat ik
denk dat wij er als kerk wel iets mee moeten. Maar ik denk dat het niet
alleen de aanpassing aan een veranderende cultuur is die ons er toe
dwingt om meer met beelden te gaan doen.
Ook wij moeten soms zien. Jij, in jouw bijzondere situatie, omdat de
situatie van je leven er om vraagt en je die troost van het zien nodig
hebt. Maar
het is breder: ik denk dat wij als gemeente het ook nodig hebben om
iets van de wereld van God voor ogen te hebben. Omdat de wereld om ons
heen steeds verder van de ideeën en inzichten van de bijbel
aan
het afgaan is. Vroeger was het geloof in God en de toekomst in God
veel meer met alle dingen van de samenleving verweven: dat is
veel
minder. Daarom hebben we het nodig dat we de wereld van God luid en
duidelijk voor ogen hebben: beelden die ons vertellen van God, die ons
de wereld van God voor ogen stellen. Die de grootsheid van God dichter
bij brengen in ons leven. En zo het ons makkelijker maken te geloven en
bij God brengen.
Zo hebben de bewoners van Rusland altijd hun iconen bekeken: in de kou
en de ellende van hun armoedige bestaan: deze iconen, met hun
schittering en heiligheid. Beelden van een andere wereld, die troosten
en je leven vorm geven.
Op die manier moeten we ons ook met beelden van God en van de bijbel
gaan omringen. Om zicht te houden op de dromen en de visioenen van Gods
belofte aan ons. En zo beter als zijn mensen in dit jaar te kunnen
leven. Amen.
Genesis
28:10-22 en 1 Korintiërs 13 Heerenveen 18 September
2011
|