De
eer van God |
|
Naar
Homepage Naar Preekarchief Naar Weblog |
Als de engel bij Maria komt, dan begint de engel met een groet. ‘Gegroet Maria”. In militaire dienst en in het maatschapelijke verkeer is het de mindere, die begint met groeten. Daarin worden de verhoudingen duidelijk gemaakt en wordt er respect betoond. Maar hier is het de engel, die begint met groeten en complimenteren. De engel geeft aan: ik vind jou belangrijk, Maria. Meer nog: God vindt jou belangrijk. Dat gewone meisje Maria, ja dat hele gewone meisje. Want het gaat God niet meer om koningen. Het gaat
God om
hele gewone mensen. Om herders, vissers, handelslui. Die wil hij
bereiken, die
wil hij betrekken bij zich, daar wil hij God voor zijn. Gods
koningschap is
onder jullie, zal Jezus gaan vertellen. In jullie eigen leven. In
jullie leven
komt het, in jullie leven moet het groeien. Jullie heb ik op het oog.
Ik doe
het voortaan zonder koningen. Ik doe het voortaan zonder priesters: met
jullie
ga ik het doen. . "Je krijgt een kind, Maria" zegt de engel. Het
verhaal over hoe gewone mensen zich richten op God begint met een kind.
Een kind in een voederbak. Begint God met een kind? Een kind is zo weinig
prestigieus. Het heeft niets te zeggen. Begint God met een kind? Het
evangelie
begint met herders die hun respect komen betonen aan dit kind. Met
wijzen uit
het Oosten die het kind met geschenken eren. Een kind roept niet het soort het respekt op dat
Achilles eist. Een kind roept tederheid bij je te voorschijn, het roept
zorgzaamheid op. Want een kind moet zonder macht zijn weg zien te
vinden. Een
kind opent je voor liefde, er begint iets in je trillen, je smelt. Je
gaat rare
woordjes zeggen, alsof je zot bent ‘dada’. Je durft plotseling
verantwoordelijk te zijn en wat klein is te beschermen. Het zijn al die
begrippen die in de spiritualiteit van Jezus voorop staan. Je moet
worden als
een kind, zegt Jezus tegen zijn discipelen. Niet als een lofzang op
onvolwassenheid, maar als een naar voren halen van de kwaliteiten die
een kind
tevoorschijn roept. Zalig de zachtmoedigen, zal Jezus zeggen. Gelukkig
wie
nederig van hart is, gelukkig wie vredestichters zijn, gelukkig wie
vervolgd,
bespot, gekruisigd wordt. De spiritualiteit van Jezus wordt al bij je
wakker
geroepen als hij ligt in de kribbe. In het van Gogh-museum hangt een tentoonstelling
over hoe schilders 150 jaar geleden naar de natuur keken. Het zijn
prachtige
schilderijen. Maar opvallend is dat de leeuwen en de tijgers steeds
afgebeeld
worden als ze een dier aanvallen, als ze een prooi verslinden. Dat is
niet
toevallig. De schilders wilden laten zien hoe groots en wreed de natuur
is. Het
moment van aanval was voor bijna al deze schilders de essentie van het
natuurleven: daar hebben we het wezen van hun leven te pakken. En ach
zullen ze
er bij gedacht hebben, misschien is het mensenleven ook wel zo.
God is een man van eer. Hij zoekt het respect van zijn mensen. Maar hij is niet een man van eer als Achilles, als rapper. Hij zoekt zijn eer in een kind. Een kind in een kribbe is het teken van zijn eer. En het rare is het werkt. Het
werkt bij
ons, als wij hier vanavond samenkomen. Maar allereerst werkt het bij de
engelen. Want de engelen van Gods hemel worden geroerd door
God, hij maakt wat los bij hen. Zoveel zelfs dat ze God gaan loven. Ere
zij God
in de hoge, zingen de engelen. Wij denken misschien dat de engelen
speciaal
voor de herders zingen. Dat denk ik niet. De engelen zingen natuurlijk
voor
God. God verwerft opnieuw het respekt van zijn engelen. Dat is wat de
engelen
laten zien, wat ze te melden hebben: een kind in de kribbe, dit is de
daad
waardoor God eer bij ons verdient. Ere zij God in de hoge. En de
herders zien
het en denken: een kind in de kribbe, is dat de eer van God ? en dan
gaan ze
kijken en het eindigt ermee dat ook zij God prijzen en loven. De
lofzang die in
de hemel begint, wordt op aarde voortgezet. In Troy - en ook in het boek dat aan de film
vooraf ging - wordt kritiek geleverd op Achilles: dat doe je toch niet,
je zo
door je wrok laten meeslepen. Ook de wreedheid van Achilles die erin
voorkomt:
dat doe je toch niet. Je zou kunnen zeggen: boek en film tonen de
tomeloosheid
van de Achilles en laten het proces zien dat hij tot inkeer komt, zijn
wrok
laat varen, zijn wreedheid opzij zet. Dat is de beschavende,
humaniserende
tendens in boek en film. Het is kritiek, maar een kritiek die er van
uit blijft
gaan dat in kracht en heldendom je eer ligt. Dat is de wereld waar jij
kijker,
jij lezer in leeft. Je kan blijven in de wereld van Achilles. In de wereld van eer die afgedwongen wordt door macht van geweld. Over waar je recht op heb en wat je toekomt. En ja, je kan daar ook een matigende kracht zijn, maar dan ben je toch een beetje als het gangsterliefje, dat haar vriend oproept toch niet zo veel geweld te gebruiken. Met het evangelie wordt een heel ander boek
opgeslagen. Een God die zijn eer zoekt in een kind in een kribbe. Die
aansluit
bij de deur die het kind in ons hart opent. Wat Christus bij ons
oproept. Dat
is een wereld waar je ook in kan stappen. En waar het plotseling over
barmhartigheid gaat, over liefde zomaar en waar zelfs in verdriet een
zin kan
worden gevonden. Dat is een hele andere wereld. Dat is een wereld waar
de
spiritualiteit van Christus je toe uitnodigt. Laat Achilles maar lekker
mokken
in zijn tent. Kijk naar het kind en laat je dan meevoeren door je hart. Vanavond op dit uur voor het donkerste van de nacht, komen we hier bij elkaar, om te kijken naar het kind in de kribbe. Want vannacht willen we het wonder van dit donkere uur zien. Ons laten verlichten door het kind in de stal, luisteren en mee zingen met de liederen over engelen en herders. Horen naar de woorden van God die de donkerte van ons verlicht. Proberen onze handen te vouwen en te bidden. Vanavond
komen wij hier samen. Omdat ons hart het nodig heeft. Omdat de engelen
van God en het kind in de kribbe ons zo mooi maken. omdat wij ergens
hopen dat Gods vrede en Gods zegen met ons is.
|