Zelfverschuldigde
onmondigheid |
|
Naar Homepage Naar Weblog Naar Preekarchief |
Adam
en Eva eten van de boom van kennis
van goed en kwaad. Maar wat is daar eigenlijk tegen? Wat is er tegen om
goed en
kwaad te kennen? Is dat niet wat een mens tot mens maakt? Is het
eigenlijk wel
zo slecht dat Adam en Eva van de boom van kennis van goed en kwaad
eten? Is wat
Adam en Eva doen niet heel verstandig? Zelf
oordelen of iets goed of fout is,
dat maakt je tot volwassen mens. In de kindertijd zijn er je ouders als
het
goed is die jou vertellen wat goed en fout is. En is niet het heerlijke
van
opgroeien dat je steeds meer zelf kan bepalen wat je doet? Dat je zelf
je eigen
fouten kan maken? Er
zijn dan ook heel veel mensen geweest
die gezegd hebben: Adam en Eva leven helemaal niet in een paradijs, het
is meer
een soort gevangenis. En dat ze eten van de boom van kennis van goed en
kwaad
is een soort verlossing. Het is heel
verstandig, ze moeten zelf nadenken, zelf beslissingen nemen. Ze moeten
uitgaan
uit hun zelfverschuldigde onmondigheid, ze moeten volwassen worden en
niet als
kleine kinderen iemand anders over zich laten beslissen. Dat
is ook heel lang de sfeer in onze
samenleving geweest. We moeten afscheid nemen van allerlei betuttelende
geboden
en zaken die boven ons gesteld zijn. Ik weet dat een heel aantal van u
heel
streng is opgevoed – en er mochten allerlei zaken in uw jeugd niet –
niet
dansen, geen verkering met een katholieke jongen -
waarvan je nu denkt wat een onzin. En wat een
bevrijding dan om het gebod te doorbreken, je leven in eigen hand te
nemen en
zelf na te denken over goed en kwaad. Een mens moet zich door zijn
eigen
verstand laten leiden en op basis daarvan tot een oordeel komen. Het
verhaal in Genesis vertelt vooral wat
er gebeurt als je een gebod overtreedt. Hoe dat precies in zijn werk
gaat. Het
verhaal in Genesis is vooral een soort ervaringsverhaal. Het vertelt
stap voor
stap wat er gebeurt als je het gebod overtreedt. En aan het einde van
het
verhaal hebben Eva en Adam inderdaad kennis van goed en kwaad, dat wil
zeggen:
ze zijn er achter hoe dat in zijn werk gaat, een gebod overtreden en
wat er
gebeurt als je een gebod overtreedt. En
wij denken dan: Adam en Eva denken
zelf na, ze stellen hun verstand op de eerste plaats. Dat is ook wat we
in onze
samenleving horen: je moet zelf nadenken en dan komen tot een
verstandig
oordeel. Maar zo gaat het niet in de praktijk. Niet in ons leven en ook
al niet
bij Adam en Eva. Eén van de aardige dingen in dit verhaal is dat de
beslissing
van Eva en Adam om toch maar die vrucht van de boom van kennis van goed
en
kwaad helemaal niet zo rationeel, niet zo verstandelijk is. Adam
en Eva hebben van God gehoord: als
je eet van de boom van kennis van goed en kwaad zal je sterven. Maar de
slang geeft
hele andere informatie. Hij zegt: als je eet van de boom van kennis van
goed en
kwaad ga je helemaal niet dood, integendeel jullie zullen zijn als
goden. Dat
is dus volstrekt tegenstrijdige informatie. Maar dat is ook zo in ons
eigen
leven. We krijgen voortdurend tegenstrijdige informatie. Mijn dochter
hoorde een
aantal jaren geleden bij de eerste lichting meisjes die opgeroepen werd
om zich
te laten inenten tegen baarmoederhalskanker. Onder haar klasgenoten
ontbrandde
een felle discussie: is dat inenten geen vergif – en helpt het wel, kan
je al
die dokters die zeggen dat het goed is wel vertrouwen. Uiteindelijk
heeft bijna
de helft van haar klasgenoten zich niet laten inenten, geleid – misleid
– door
allerlei paniekzaaiende websites. Je
wordt als mens omringd door allerlei
tegenstrijdige informatie – en natuurlijk gebruik je je gezonde
verstand, maar
het is ook: wie vertrouw je. Want niemand van ons duikt zelf het
laboratorium
in om zelf te onderzoeken wat dat vaccin precies doet. Op een gegeven
moment
denk je: als 99.9% van de artsen het zeggen zal het wel kloppen. Dus
dat
ethische oordeel waarvan we zeggen: dat bepaal ik zelf wel met mijn
eigen
verstand, hangt er in de praktijk voor een groot deel vanaf van: wie
vertrouw
ik, naar welke stem luister ik. Waarom
kiest Eva er voor om te luisteren
naar de slang? Hoe weegt zij af naar wie ze zal luisteren naar de
slang, of
naar God. Wel, ze volgt haar ogen. Ze kijkt naar de boom, ze ziet de
vrucht en
denkt: wat is ie mooi. Wat is ie prachtig. Er komt iets in haar op
gang.
Verlangen, begeerte. Voor € 200 heb je een redelijke smartphone, maar
o, die
I-phone, zo snel, zo mooi vorm gegeven, zo… en maar € 800. Ja, dat is
de beste,
die gaat jaren mee – als je het goed bekijkt is het veel voordeliger om
die van
€ 800 te nemen. De
redeneringen gaan zich voegen naar de
begeerte. Ja, denkt Eva, die vrucht – wat prachtig en dan zal ik wijs
worden.
Ja, riepen ze in Engeland, laten we voor Brexit stemmen. Dan houden we
heel
veel geld over, zijn we weer onszelf, kunnen we buitenlanders buiten
houden en
tegelijkertijd houden we alle voordelen van de Europese markt. Door een
kluwen
van onjuiste informatie, valse toekomstbeelden en gestuurd door
allerlei
verlangens en begeertes maken mensen een keuze. Dit
verhaal vertelt niet alleen hoe een
mens er toe komt om niet naar de stem van God te luisteren en het gebod
te
overtreden, maar ook hoe ze daar vervolgens mee omgaan. Adam
en Eva doen zoals zoveel mensen
doen als ze er achter komen dat ze fout zitten. Als Adam en Eva horen
dat God
er aan komt zijn ze bang om naakt voor God te verschijnen. Zij zijn
bang voor
gezichtsverlies: iemand kan me naakt zien. Oei, ik schaam me. Ze zijn
er niet
mee bezig dat ze het verkeerde gedaan hebben. Ze zijn bezig met hoe ze
overkomen, niet met wat ze doen en gedaan hebben. Ze zijn
geďnteresseerd in hun
uiterlijk, in hun p.r., in de beeldvorming over hen, in hun imago. Als
een
puber die er allen mee bezig is wat de klasgenoten van hem denken. Als
de vrouw
die als ze betrapt is op winkeldiefstal, alleen er mee bezig is wat de
buren er
van zullen denken. Bezig met het gezichtsverlies en niet met wat je
verkeerd
gedaan hebt. En
vervolgens geeft een van hen eerst
een ander de schuld: het kwam door haar! Zij heeft het gedaan! Een
tamelijk
doorzichtige poging om maar niet schuldig te zijn. Zij heeft mij
verleid! In
plaats van: ik heb het zelf gedaan, ik heb me laten verleiden. Als
we dan toch over volwassen worden
spreken, dan denk ik dat het toegeven van schuld je tot volwassene
maakt, tot
een mens die verantwoordelijkheid neemt voor zijn daden. Tot een mens
die ziet
dat ie te kort schiet in het leven. En zich daar weliswaar voor
schaamt, maar
er niet voor wegloopt. Die blijft staan als God hem vraagt: mens waar
ben je en
verantwoording aflegt. Want je ziet in dat je iets verkeerd gedaan
hebt, en het
toegeven is de eerste stap naar een andere weg. In
een gebod zit iets heel
ondemocratisch. Het wordt je voorgehouden of opgelegd. Tegen een puber
wordt
gezegd: je mag geen alcohol drinken. En natuurlijk, als kind kan je dat
gebod
overtreden en toch gaan drinken. Levert je dat kennis op van goed en
kwaad op
als je stomdronken langs de kant van de weg ligt. Jawel, dat je het
niet moet
doen, dat je ouders gelijk hadden. Kortom als je het gebod direct had
opgevolgd, had dat je heel wat kleurscheuren gescheeld. Er zijn regels
waar je
je beter aan kunt houden. Dat ontdekken Adam en Eva ook. De enige
kennis van
goed en kwaad die dat eten van de vrucht hen oplevert is dat het dom
was wat ze
gedaan hebben. Maar
een gebod wijst niet alleen op wat
verstandig is, het wijst er ook op wat God van ons wil. Als God zegt:
niet
doodslaan, niet stelen en zorgen voor de armen, bidden om verlossing,
dan zijn
dat allemaal geboden die niet alleen verstandig zijn, maar ook wijzen
op een
leven met God. En uiteindelijk gaat het daar om. Dat leven met God,
daar wil
God ons hebben. En in het Christendom zeggen we zelfs: uiteindelijk is
dat
leven met God en met Christus zo belangrijk, het is in principe zelfs
belangrijker dan een gebod. Als je je met Jezus verbonden hebt dan is
dat leven
het allerbelangrijkste, zelfs belangrijker dan de wet en het gebod. Genesis 3 en Romeinen 6:2-14 Hoofddorp 2017 |