Van heel veel van de dingen die je in je leven doet,
weet je niet hoe het af zal lopen. Dat was misschien altijd al zo, maar
tegenwoordig is dat nog meer het geval, omdat je niet meer vaste routes
hebt, die je kunt volgen. De vaste paden, de uitgestippelde paden die
het voorgeslacht nog wist dat ze klaarlagen, die zijn verdwenen. Steeds
opnieuw moet je onzekere beslissingen nemen: in je werk, in je relatie,
bij de opvoeding. Natuurlijk, je probeert je verstand te gebruiken.
Maar dan nog is het moeilijk om keuzes te maken. Een stap zetten lijkt
een sprong in het duister.
‘Als jullie de stad binnengaan, zal je een man tegenkomen die
een kruik water draagt. Die moet je volgen. En waar hij een huis
binnengaat, daar moet je zeggen tegen de Heer van het huis:
‘De leraar vraagt u: waar is het gastenvertrek waar ik met
mijn leerlingen kan eten?’ Hij zal jullie een grote bovenzaal
wijzen die al is ingericht.
Een paar dagen eerder was er iets vergelijkbaars gebeurd. Het was toen
Palmzondag en Jezus gaf aan twee van zijn leerlingen de opdracht om een
ezeltje te halen. ‘In het dorp hiertegenover zul je een
ezeltje vinden. Maak dat los en als iemand jullie vraagt waarom jullie
het losmaken, zeg dan: ‘de Heer heeft het nodig’.
En zo gebeurt het.
Het zijn vreemde, wonderlijke zaken die hier gebeuren. Het lijkt zich
wel in een droom af te spelen. ‘Je komt ergens binnen, je
wordt al verwacht. Alles staat al klaar’. Het zijn dingen
waarvan je denkt: dat kan niet. Dat komt niet voor.
En eerlijk gezegd - zomaar begrijpen kan je het niet.
Laat ik daarom een omweg maken.
Er is een gelijkenis die Jezus vertelt en dat gaat als volgt. U kent
het vast. Een koning richt voor zijn zoon een bruiloft aan. En hij
stuurt zijn slaven er op uit, maar de mensen willen niet komen. Dan
stuurt hij andere slaven er op uit met de opdracht: Nodig hen opnieuw,
zeg tegen hen: ik heb mijn maaltijd bereid. Alles staat klaar.
Alles staat klaar. De koning uit de gelijkenis heeft alles klaar
gemaakt. Hij heeft een heel bruiloftsmaal klaar staan. En het enige wat
zijn gasten nog moeten doen is komen.
Zo zou ik naar het verhaal over dat vertrek dat klaar is voor de
maaltijd van Jezus met zijn vrienden en het verhaal over het ezeltje
willen kijken.
Alles staat klaar. Ze hoeven het zelf niet gereed te maken. Het is er
al. God heeft het voor hen klaar gezet. De discipelen hoeven niet meer
te doen dan het teken te volgen. Namens wie komen jullie vraagt de Heer
des Huizes. Namens de leermeester, namens de man die ons leerde om Gods
tekenen te volgen en hier binnen te gaan.
God zet alles klaar. Op dit beslissende moment in het leven van Jezus,
zijn er zaken toebereid. Een ezel om Jeruzalem binnen te trekken, een
feestzaal om Pasen te vieren. God heeft ze klaar gezet.
Let op: niet alles is door God zo ruimhartig klaargezet. We horen dit
niet over die andere zaken in het lijdensverhaal, over de geselingen,
over de verloochening, over het kruis. We horen dat niet over
de verradelijke en afschuwelijke etappes van de tocht van Jezus.
Maar we horen het wel over dit avondmaal in het bovenvertrek. Omdat dat
een grotere betekenis heeft dan alleen een maaltijd. Het heeft een
hemelse betekenis. In deze maaltijd is het hemelse en het
koninklijke van God zien.
Het is een beeld van het bruiloftsmaal dat God aanricht. Een maaltijd
waarbij je naast elkaar zit, praat, contacten legt, banden bevestigt en
versterkt en waar ruimhartig is uitgenodigd. En het is een bruiloft:
een innig verbond, een samengaan van God en zijn mensen, een band die
niet meer kan worden verbroken.
Dit avondmaal is een hemels avondmaal. Daarom is het ook in een
bovenzaal: binnen het huis is dit het hemelse vertrek.
God zet dit hemelse avondmaal klaar. Net zoals hij alles voor de
intocht in Jeruzalem klaar zet. Want ook dat is meer dan een aards
gebeuren, het is een beeld, een visioen van Christus die intocht houdt
in zijn stad en bij zijn mensen.
God heeft het hemelse en het koninklijke al klaar staan. In onze wereld
staan de grote en hemelse dingen van God klaar.
Zo is het ook in ons leven.
God heeft de grote en de hemelse dingen al voor ons klaar gezet. Het
staat allemaal al klaar. Het bruiloftsmaal van God, de koninklijke stad
van God. Het is er. Het is aanwezig in deze wereld of vlak achter deze
wereld of hoe je dat maar zeggen moet. Maar het ligt al bijna in onze
wereld en we op de makkelijke momenten van je leven is het dan ook
eenvoudig. Je hoeft niet meer te doen dan de weg van God te volgen,
want die komt daar uit. Je hoeft niet meer te doen dan gewoon te gaan,
het goede te doen en je weet: dit leidt mij naar God en God zal met mij
zijn.
En op de moeilijke momenten in je leven? Vertrouw er dan ook
op dat God dingen voor je klaarzet. Hij stuurt je zijn tekens en zijn
bodes. Hij zet een ezeltje voor je klaar om je te dragen. Hij bereidt
een zaal voor je en geeft je een seintje: volg die man
Dat vraagt moed. En dat vraagt vertrouwen. Vertrouwen om je
intuïtie te volgen. Vertrouwen om Gods tekenen te willen zien.
Om te willen zien: als ik dit volg dan kom ik bij God. Vertrouwen om
van de weg af te wijken, zoals Mozes deed. Om niet te denken: een
doornstruik die niet opbrandt, dat kan nooit. Maar om nieuwsgierig dit
teken van God te onderzoeken.
God heeft zijn bruiloftsmaal toebereid. Als we zometeen aan tafel gaan:
weet, dit staat klaar voor u. En in deze wereld en in Gods wereld staat
er nog veel meer klaar voor u. U bent genodigd. U wordt gedragen door
God.
Lukas 22:7-13 Heerenveen 21 februari 2010