Onheil
en heil |
|
Naar Homepage Naar Weblog Naar Preekarchief |
Micha 5:1-5 en
Lukas 3:1-14 Eerste
Advent 2 december 2018 De Lichtkring Als we in de kerk uit Jesaja, of uit een van de andere profeten lezen, dan lezen we graag de mooie stukken uit de profeten. De heilsprofetieën waarin vertelt wordt dat het goed en mooi gaat komen. Dat Jezus geboren gaat worden. Ik doe daar ook aan mee, hoor. Ik wil u graag met uitzicht en optimisme naar huis sturen. Maar u en ik weten dat de profeten ook hele andere dingen zeggen. Zo begint het Bijbelboek Micha: Zie
hoe de HEER zijn verblijf
verlaat, afdaalt, als was dat smelt voor vuur, als water dat van een helling stort. 5Dit
alles gebeurt om Jakobs
misdaad, om
de zonden
van het volk van Israël. … Van
Samaria
maak ik een ruïne, kale
grond. Zijn
stenen stort ik in het dal, zijn
fundamenten leg ik bloot. 7Al
zijn godenbeelden worden verbrijzeld, al
dat hoerenloon gaat in vlammen op. Al
die beelden zal ik vernietigen, want
met hoerenloon zijn ze betaald en als hoerenloon zullen ze weer dienen. Laat mij dan klagen, laat me schreeuwen, laat mij naakt en blootsvoets gaan, laat mij huilen als een jakhals, laat
mij roepen
als een struisvogel. 9De
wonden van Samaria zijn ongeneeslijk, ze reiken tot aan Jeruzalem.
Micha
klaagt, schreeuwt, huilt, scheurt zijn kleren en gaat naakt over
straat. Er zit
verdriet in zijn woorden. Nooit iets van: haha, lekker puh. Had ik het
niet
gezegd. Altijd verdriet. Maar ook woede – waarom hebben jullie het zo
ver laten
komen. En er zit ook iets buitensporigs in. Onfatsoenlijk, buiten de
grenzen,
ruig. ‘Ik ben het in principe wel met u eens, maar kan het niet wat
minder
polarisend’. Nee. Boem De
profeet zegt: zo staat het er voor. De profeet geeft een reality-check
van onze
wereld aan de wil van God. En ergens heeft dat iets opluchtends. Zonder
de
woorden van de profeet gaat de wereld gewoon door, zoals ie gaat.
Mensen doen
wat ze doen. Maar Micha confronteert onze wereld met de wereld van God.
En dan
kan je bij jezelf vaststellen: ja, zo is het. Hij heeft gelijk. We doen
het
verkeerd. En er gaat iets open, er barst iets open, er ontstaat een
keuzemogelijkheid, een mogelijkheid om het anders te gaan doen. De
woorden van
Micha maken dat je iets te kiezen hebt. Ze geven vrijheid. Ze geven aan
een
mens, aan een volk ruimte en vrijheid: dit gaat fout, je weet het en je
kan
anders. Je kan kiezen. Zo’n onheilsprofetie is niet iets van: wat is de
Bijbel
toch somber, maar de woorden geven je een keuze om het anders te gaan.
En zelfs
al is Samaria niet meer te redden met een goede keuze, omdat de
ondergang
daarvan niet meer tegen te houden is, dan is misschien toch nog
Jeruzalem te
redden. Of misschien lukt Jeruzalem ook niet, maar wel Rome. Of
misschien lukt
Rome ook niet, maar wel Hoofddorp. Met een andere keuze, is er een kans
op een
andere toekomst. Is er de kans dat God naar ons omziet. De
onheilsprofetie van
Micha – die sombere woorden, die scheldkanonnade – geeft vrijheid. Johannes
doet het zelfde. ‘Jullie denken dat het wel goed met jullie zit, omdat
jullie
tot het volk van God horen. Nou vergeet het maar. Jullie zijn
addergebroed, door
adders zijn jullie voortgebracht, jullie vader en moeder waren adders. Jullie
beroepen je er op kinderen van
Abraham te zijn. Nou dat stelt niks voor, dat is niks bijzonders: God
kan zo
zelfs uit stenen kinderen van Abraham tevoorschijn laten komen. Alleen
een je
toewenden naar God is een oplossing. Voor jezelf formuleren wat je
verkeerd
doet in je leven. Je laten dopen. Een nieuw begin gaan maken in je
leven. Hoe
dan? Hashtag #hoedan. Als een ander niks heeft en jij wel, doe er iets
aan. En
handel zelf goed: pers niemand af, maar geen misbruik van je positie,
laat je
niet omkopen om zo nog een extraatje binnen te halen. Stem je gedrag af
op God,
stem je leven af op God. Advent
is niet alleen: het licht groeit. We steken elke zondag een extra
kaarsje aan.
Advent is ook – en misschien wel in de eerste plaats. Het gaat niet
goed. Het
gaat niet goed in een wereld zonder God. Het gaat niet goed bij mensen
die zich
van God afwenden. Het gaat niet goed met ons, als we ons niet wenden
tot God. En
we hebben God zo nodig. We hebben zijn hulp nodig. We hebben zijn
woorden
nodig. We hebben zijn liefde nodig. We hebben nodig om bij hem te zijn,
in hem
te zijn, ons te wikkelen in zijn woord. Pas dan zijn we mensen die deze
wereld
een beetje aan kunnen. En
dan als er dit gezegd is, is er ook dat andere. Is er ook ruimte voor
een
visioen van uitzicht en van hoop. Er is dan ook ruimte voor een
profetie van
heil en hoop en belofte. Dat krijgt dan ook pas grond. Het krijgt grond
bij u
als u nuchter bent over onze wereld en over uzelf en als u die stap wil
maken
waar Micha en Johannes toe oproepen.
Micha
heeft een visioen. En zo’n visioen geeft een nieuw uitzicht. Het opent
een
nieuwe werkelijkheid. Ik vind dat ook het mooie van een Adventskalender
dat er
steeds een hokje opengaat. En als je dat hokje opendoet dan is er een
uitzicht.
Want dat is wat er bij Micha gebeurt. Met het visioen gaat er een hokje
open in
zijn hoofd. Met dat hij het visioen vertelt opent hij een hokje bij
wie naar hem
luistert. Hij opent een hokje in je hoofd en plotseling krijg je zicht
op een
andere wereld. Maar
wat Micha ziet is nog niet eens zo helder. Het onheil is makkelijk te
benoemen:
verwoesting, ballingschap, roof, honger. Maar het heil, dat is
lastiger. Micha
ziet iets: iets van God, een vergezicht, iets wat hij misschien zelf
nauwelijks
geloven kan. En hij gaat spreken en er vliegen woorden en beelden uit
zijn
mond. Over een nieuwe heerser, een nieuwe leider. En niet zomaar een
leider. Een
leider als een herder. Niet een leider die vooral aan zichzelf en zijn
vriendjes denkt. Of die het land zomaar in een oorlog stort. Een leider
als een
herder, als David. En wacht hij komt ook uit de stad van David. Hij
komt uit
Bethlehem. Een onaanzienlijk stadje. Onaanzienlijk, dat klopt ook bij
David die
de jongste was. Dat klopt bij Christus. En
dan een nieuw beeld. Een zwangere
vrouw. Micha ziet: er is al een vrouw zwanger. Alsof hij wil zeggen:
het kind
is al onderweg. Jullie moeten het nog uithouden tot die tijd. Dit is
een zware
tijd, maar het kind gaat komen, het is al onderweg. Er is al een
zwangerschap! Hij
zegt ook woorden over zaken die niet
zo zijn uitgekomen. Over zeven herders die het grote en machtige
Assyrië wel
even zullen verslaan. Een profeet kan ook iets zien dat niet klopt,
niet
uitkomt. Misschien zag Micha wel een visioen van Christus die naar het
kruis
geleid werd, maar kon hij zich dat niet voorstellen, viel dat volstrekt
buiten
zijn begrip. Kon hij ook alleen maar denken aan militaire overwinningen Ook
dat hoort bij profetie. Het is niet
een soort 100% toekomstvoorspelling. Maar een profeet ziet iets wat
iemand
anders nog niet gezien heeft. Hij ziet iets van God en brengt dat onder
woorden. En daar horen ook miskleunen bij. Ik
vind dat ook wel troostrijk, dat een
profeet ook mis kan kleunen. Een profeet lijkt daarin ook op ons. Wij
weten ook
niet 100% precies wat God van ons wil. Ja, hij wil dat wij ons tot hem
keren.
Dat we trouw zijn, omzien naar elkaar, niet stelen, niet doodslaan, je
naaste
liefhebben. Dat is natuurlijk al heel wat. Maar de vraag maar wat wil
God van
mij. Dat is een hele moeilijke vraag. De meeste dagen van ons leven is
dat een
moeizaam tasten. Peilen. Nog eens nagaan bij jezelf, lezen, zingen, de
kerk
bezoeken, overdenken, bidden, bijbellezen, dromen. En in al die dingen
moet je
je weg zien te vinden. En daarbij kan je grandioos mistasten. Maar dat
is niet
eens zo erg. Het belangrijkste is dat je jezelf die vraag stelt en dat
je bij
het zoeken van je levensweg je richt op God. Johannes
en Micha wijzen mensen op hun te
kort schieten. Ze wijzen er op hoe zaken fout aan het lopen zijn als je
je
leven niet brengt bij God. En ze wijzen op het heil van God. Op de
komst van
Christus. Dat is niet nog een mooi extraatje dat ons spirituele
verdieping geeft.
De komst van Christus wijst ons op wat van levensbelang is voor ons en
onze
wereld. Dat we de stem van God nodig hebben in ons leven: om nuchter te
zijn
over onszelf. En om ons te keren en te blijven keren naar God, naar
Christus als
het heil van de wereld. Een licht om de duisternis te verlichten. Amen. |