Naar
Homepage
Naar Preekarchief
Naar
Weblog
|
Eer
je vader en je moeder is een gebod gericht aan kinderen. Het is niet
een gebod aan ouders: zorg dat je kinderen je gehoorzamen. Het is een
gebod dat zich richt op ons allemaal zoals wij hier zitten. wij
allemaal zijn kinderen, wij hebben ouders gehad, aan ons bestaan is
ooit een samenkomst van een man en een vrouw vooraf gegaan. Aan ons
kinderen is het gericht. Eer je vader en moeder is niet een
gebod waarmee je in de opvoeding je gezag kan versterken. Het
gebod is in de eerste plaats gericht op ons volwassenen,
zoals elk ander gebod in de bijbel zich ook richt op volwassenen. Het
begint onderop, het spreekt ons aan als de kinderen die we allemaal
zijn. Tegen ons wordt gezegd: “eer je vader en
moeder”.
En dan komt er een toevoeging: opdat uw dagen verlengd worden in het
land dat de Heer, uw God, u geven zal. Aan dit gebod wordt direct een
belofte verbonden. Het is het enige van de tien geboden dat
zo’n belofte heeft. Eer je vader en moeder, dat heeft te
maken met waar je vandaan komt, met het verleden, met wat achter je
ligt. Maar aan dit gebod is een belofte verbonden voor wat nog komen
gaat, voor wat voor je ligt, voor de toekomst: opdat je dagen verlengd
zullen worden. Dat is mooi: de blik naar het verleden geeft lengte aan
je dagen. In de zin natuurlijk van: je leeft er langer door. Maar ik
hoor er ook in: de dagen van je leven krijgen meer lengte, ze worden
groter, voller, krijgen meer perspectief, meer inhoud. Dat is mooi: wie
kijkt naar waar hij of zij vandaan komt, wat achter je ligt, die krijgt
de belofte van een lang leven met lange dagen. “Ik kijk nooit
achterom, wat geweest is, is geweest, we moeten vooruit, alleen dan kom
je vooruit” Nee, voor wie achteruit kijkt is er de belofte
van een lang leven.
En dan gaat de belofte nog verder: niet alleen een lang leven, maar
ook: in het land dat de Heer u geven zal. Een belofte van een land, van
ruimte, van een plek voor jou. Wie zijn vader en moeder eert krijgt de
belofte van ruimte, van een plaats voor wie nu nog geen plaats heeft.
Het is het besef: alleen in een respectvol gedenken, in een eren van
onze ouders, van het verleden, van de wegen die God in het verleden
ging met zijn mensen, ligt een toekomst.
Maar de omgang met onze ouders heeft zijn problematische kant.
“De eerste zestig jaren van mijn leven heb ik niet mijn eigen
leven geleefd, maar stond mijn leven in het teken van mijn moeder. Ik
trouwde met de jongen van wie ik wist dat mijn moeder hem leuk vond. Ik
ging het werk doen dat zij vond passen voor mij. Mijn kinderen voedde
ik op zoals ik dacht dat zij het goed vond. Ik was niet zelf op mijn
momenten gelukkig, ik was gelukkig als zij gelukkig was. Vijf jaar
geleden ben ik zo boos geworden. Mijn moeder was al tien jaar dood. Ik
weet het nog goed ik fietste ergens langs een maisveld en ik heb staan
schelden, zo alleen maar staan schelden”.
Maar wat is dan dat eren, wat betekent het om te eren. Het woord eren
in de bijbel heeft te maken met zwaarte en met wegen. Je laat het
gewicht van iets tot je doordringen. Je weegt het in je handen. Je
staat open voor de kracht en grootheid ervan. En op jouw beurt reageer
je: door respekt en eerbied te geven.
Aan dat eren zit een volwassen kant: jij leert naar ze kijken als de
mensen die ze zijn. Een kant waarbij jij niet meer het kind bent. Een
jonge vrouw vertelt: “Altijd kreeg ik van mijn moeder te
horen: je zus is veel aardiger voor mensen, je zus doet het veel beter
op school, waarom kan jij niet één keer als je
zusje zijn? Ik leed daar onder, voelde me minder dan mijn succesvolle
zusje. Toen ik volwassen werd heb ik haar dat enorm verweten, ben ik
daar lang boos om geweest. En toen ze op vrij jonge leeftijd stierf
heeft dat ook tussen ons in gestaan. Maar de laatste tijd heb ik iets
van: o.k. dat was niet netjes van haar, maar ze had zoveel andere
kwaliteiten. Ze had zo’n diepe liefde voor muziek en heeft
die op ons overgebracht. Ze kon me zo lekker opstoken tegen mijn
leraren. Ik heb nu zelf kinderen, ik zal nooit de
één als voorbeeld voor de ander stellen, daarin
volg ik haar niet. Maar de laatste tijd denk ik: wel in heel veel
andere dingen.”
Maar er zit ook een kant aan dat je beseft dat jouw eren van je ouders
vooraf gaat aan jou. Er is eerst de eer voor je ouders en pas daarna
het wegen van hun verdienste. Het is een gebod dat ons leert onze
ouders, maar daarvandaan ook God en andere mensen, niet steeds vanuit
onszelf met onze eigen maatstaven te meten en te wegen. Je ouders gaan
in de tijd aan je vooraf. Zij zijn er en ze zetten je neer op deze
aarde. Maar ook hun waardigheid gaat vooraf, ze hebben al waarde, ook
voordat jij die erkent. Daarom is het ook goed dat ook al kleine
kinderen een zeker respect voor hun ouders hebben. Dat is iets anders
dan altijd gehoorzaam zijn, maar het betekent: ik leer dat er een
voorafgaan aan is aan mijn wil, mijn drift, mijn leven. Als je dat van
je ouders beseft, besef je dat ook van je naaste en van God.
Eer je vader en je moeder is het vijfde gebod. De eerste vier geboden
gaan over de relatie van de mensen met God. De geboden 6 tot en met 10
gaan over de relaties van mensen met elkaar. Dit gebod staat er net
zo’n beetje tussenin. Het hoort bij alletwee. Want wie leert
om zijn ouders te eren, wie beseft dat hun waarde vooraf gaat aan mijn
oordeel over hen. Die zal ook zo over andere mensen kunnen denken en
spreken. Dan sla je niet dood, dan steel je niet en dan pleeg je
waarschijnlijk ook geen echtbreuk. En aan de andere kant: dan leer je
dat God aan jou voorafgaat. Dat je hem moet eren. Amen.
Exodus 20:12
Heerenveen 2002
|