Een gebrek aan inzet kan je Petrus
nooit
verwijten. Hij is degene die altijd het eerste reageert en zich zo ook
bloot
durft te geven. Hij is degene die zijn zwaard trekt als Jezus opgepakt
wordt,
hij weet wat opkomen voor een ander is.
“Simon
Petrus, zoon van Johannes, houd je van mij”. Nadat Jezus aan
de discipelen
verschenen is en brood en vis met hen gedeeld heeft, stelt hij Petrus
tot drie
keer toe deze vraag.
Want er
valt nog iets te bepraten tussen die twee. Ondanks al zijn inzet en
bravoure is
Petrus wel weggevlucht toen Jezus werd opgepakt. Petrus is zelfs verder
gegaan
dan vluchten, hij heeft zich ook van Jezus gedistantieerd.
‘Hoor jij niet ook
bij die man’ is hem bij drie verschillende gelegenheden
gevraagd. “Nee hoor” ik
niet, heeft Petrus geroepen. Vluchten was misschien nog wel zo
verstandig, soms
moet je vluchteneen land ontvluchten, een gezin, een onwerkbare
situatie, is
een vlucht de enige manier om te redden wat er te redden valt. Eeuwig
standhouden is een ideaal van krijgers, niet van christenen. Maar
Petrus heeft
zich ook gedistantieerd van Jezus,
Jezus overgelaten aan de eenzaamheid van de
kruisdood en de zaak van
Jezus in de steek gelaten. De andere evangeliën vertellen
hoeveel moeite Petrus
met het lijden überhaupt heeft. Hij is de man die Jezus voor
het lijden wil
behoeden en tegen hem uitvalt, als Jezus zinspeelt op zijn lijden.
Houd je
van mij? Vraagt Jezus tot drie keer toe. Even vaak als Petrus Jezus
verloochend
heeft, wordt Petrus deze vraag gesteld.
‘Houd
je
van mij’ is de taal van de liefde. Een vraag als
‘Houd je van mij’ betekent:
ben je verbonden met mij. Dat is de vraag die Jezus stelt, een vraag
naar
liefde. Houd je van mij. Want als je mij wilt volgen, dan moet dat in
een
verbondenheid zijn die niet los laat. Die hecht is als de liefdesband
van twee
mensen. ‘Waar jij heen gaat, daar zal ik heen gaan, en waar
jij sterft daar zal
ik ook sterven’ zei Ruth tegen Noomi toen ze meeging naar het
land Israël. Houd
je van mij, wil je verbonden met mij zijn in een band die ook overgave
inhoudt
en ook offer en zelfopoffering.
Petrus
zal de leider worden van de eerste christengemeente. Maar voor leiding
te geven
is meer nodig dan dadendrang en inzet. Leiding geven is niet alleen
maar heel
macho de goede herder spelen en de kudde de weg wijzen, verdedigen en
verzorgen. Leiderschap is ook een liefde voor Christus hebben. Is
overgave
hebben: je leven in handen van Christus zien. Is trouw en verbondenheid
hebben
die blijft, ook als je niet meer kan doen dan klappen opvangen, als je
niet
meer kan doen dan naast iemand staan en wachten op wat komen gaat.
Er is
een oud-christelijk verhaal over hoe het verder is gegaan in het leven
van
Petrus. Petrus wordt leider van de christelijke in Rome en op een
gegeven
moment dreigt deze gemeente vervolgd te worden. Petrus ziet dat
aankomen en hij
ontvlucht de stad om zijn leven te redden. Op zijn weg de stad uit komt
hem een
man tegemoet en Petrus vraagt hem: waar gaat u naar toe, quo vadis. En
de man
antwoordt: ik ga naar Rome om daar opnieuw gekruisigd te worden. Dan
beseft
Petrus dat het Christus is, die hem daar tegemoet gekomen is. Christus
is
teruggekomen om opnieuw het martelaarschap op zich te nemen dat Petrus
ontvlucht. En Petrus besluit dat hij nu niet opnieuw Christus in de
steek zal
laten. Petrus keert zich om en Petrus gaat terug naar Rome en zal daar
als
martelaar sterven.
‘Volg
mij’ zegt Jezus tegen Petrus. En aanvaard dat je leven een
heel andere kant op
kan gaan, dan je het zelf uitgestippeld had, dan je in al je dadendrang
had
bedacht. Vroeger omgordde je jezelf met je kleed, maar de tijd zal
komen dat
een ander je bekleden zal, dat een ander je omgorden zal. En jij zal je
hand
uitstrekken. Niet om je zwaard te grijpen en mij te verdedigen. Je zal
je hand
uitstrekken als teken van je overgave, om het te laten gebeuren aan jou.
Het is
niet eens een bewuste keuze voor het lijden, die Petrus zal doen. Het
is veel
meer: die kant, die kant van het lijden dat over je zal komen, zal het
opgaan. Die
kant zal jij op geleid worden. Dit is jouw leven, als het verbonden is
in
liefde met mij.
Ik denk
dat dat de crux van dit evangelieverhaal is: dat je zo in het leven
staat, dat
je in het lijden en het ongeluk dat jou overkomt, ook de weg ziet die
God met
jou gaat. Hij heeft je op deze weg gezet. En het domste wat je kan doen
is je
daarvan te distantiëren. “Ziek zijn, dat hoort zo
helemaal niet bij mij”. Maar
het hoort wel bij je. Het hoort bij ieder sterfelijk mensenkind en
misschien
hoort het zelfs nog speciaal bij jou. Is het een gave uit de hand van
God, die
in alle bitterheid, jou en het leven van de mensen die je liefhebt
vormt en leidt.
Een man
vertelt: ‘Elke ochtend las ik de krant en mopperde tegen mijn
vriendin over
alles wat er mis was in de wereld. Boos kon ik zijn, op het onrecht in
de
wereld, op mijn ouders, op mijn chef. Tot wij een zoontje kregen met
een
ernstige handicap. Nooit heb ik elementairder beseft dat het leven er
is om er
voor zo’n kind te zijn. En dat je daarin zoveel vreugde en
vervolmaking vindt.
Sindsdien ben ik vooral dankbaar voor het leven en voor ons leven. Mijn
leven
is zwaarder geworden, maar de wereld is lichter geworden. Het heeft mij
ook
zoveel gegeven aan ruimte, hoop en levenskracht.
'Houd je
van mij.' 'Heer u weet toch dat ik van u houd'.
Toch
blijft Petrus ook de oude Petrus. Hij heeft gezegd dat hij Jezus lief
heeft en
dat hij hem ook in het lijden zal volgen. Maar ook dan blijft er nog
iets van
de impulsieve man, die openlijk jaloers durft te zijn en de rivaliteit
met de
andere leerlingen van Jezus voelt. Want er zijn ook andere leerlingen.
Als
Jezus zegt: volg mij, dan is er ook een ander die dat doet.
‘Wat gebeurt er dan
met hem?’ vraagt Petrus. En je hoort in die vraag iets van:
maar hij moet
minstens zo’n zware last op de schouders krijgen als ik. Moet
hij niet ook
lijden. Als ik zal lijden, dan hij ook.
Maar dat
kapt Jezus resoluut af. ‘Jij moet mij volgen, Petrus, en wat
er met hem
gebeurt, dat is niet jouw zaak. Misschien is er voor hem wel helemaal
geen
lijden. Misschien blijft hij wel in leven totdat ik kom.
Daar zit
iets pesterigs in, waarmee Petrus op zijn nummer wordt gezet. Maar
Jezus
schetst daarmee ook de andere kant van het leven met Christus. Want het
leven
met Christus heeft ook die andere kant. De kant van het leven. De kant
van het
leven met God en bij God. De kant van het ontvangen van heel veel in
grote
dankbaarheid. Van overvloed en vrucht dragen. Van het voort blijven
gaan, als
een fietstocht op een mooie zomeravond. Van tot bloei komen hier op
aarde voor
Gods aangezicht. Van een leven in wijsheid, die leven brengt. Van een
leven in
liefde en verbondenheid met God en mensen.
Verbind
je met mij zegt Christus. Houd van mij en deel mijn leven. Verbind je
met mij
in mijn gang naar het kruis. Zie hoe ik daar de wil van mijn Vader doe
en jij:
aanvaard het kruis dat op je weg komt. Aanvaard het lijdenskleed dat
over je
gelegd wordt en draag het alsof je het ontvangt uit mijn hand.
Verbind
je met mij en verbind je met mij in mijn opstanding. Sta op, zoals ik
op sta. Loop
met mij door de tuin van het nieuwe leven. Laat je hart volstromen, met
de
geuren van deze dag. En zie dat je leven goed is. Amen.
Schriftlezing: Johannes 21:15-23 |