De Toren | |
Naar
Archief Naar Homepage Naar Weblog |
Anti-communistische
Bildungsroman
Der Turm
staat in de traditie van de Bildungsroman, een roman waarin de hoofdpersoon
opgroeit, zich ontwikkelt en zicht krijgt op zichzelf en het milieu waarin hij
opgroeit. Vanaf het begin dringt zich de vergelijking op met de roman
Buddenbrooks van Thomas Mann. Ook die
roman beschrijft uitvoerig een burgerlijk milieu, de verplichtingen die dit
meebrengt voor de hoofdpersoon Tony Buddenbrooks en haar worsteling daarmee.
Christian spiegelt zich ook uitdrukkelijk aan Tony Buddenbrooks. Het
inzicht dat de hoofdpersonen van der Turm opdoen is dat hun overtuiging dat de
DDR niet deugt waar is en dat ook elk compromis dat men in het gewone leven
sluit met de socialistische republiek tot mislukken gedoemd is. Ook de ivoren
toren van een vooraanstaand beroep en van de burgerlijke cultuur biedt geen
bescherming. Het verval dat hun leven omgeeft reikt veel verder dan een
verkrotting van hun villa’s of een voortdurend tekort aan medicijnen. Het is
een verval van de mogelijkheid humaan te leven. In een
recensie in Die Welt noemt Tilman Krause het boek ‘de ultieme
roman over de
DDR, deze belachelijke sowjet-satrapie op Duitse bodem’. Een
roman ‘vanuit het gezichtspunt
van hen die niet een seconde er aan twijfelden dat ze tegen de DDR
waren. Dat
alleen is mooi, na alle beuzelarij van Christa Wolf, Volker Braun,
Christoph
Heins en tutti quanti, een bijna verlossende daad. Zo duidelijk
anti-communistisch, zo vol snijdende verachting voor het proleten- en
kleinburgerdom, dat veertig jaar in het oostelijke deel van dit land
zijn gif
mocht sproeien, heeft nog niemand, die uit deze streek komt’
geschreven. ( Die
Welt, 10-8-2008). Deze
anti-communistische stellingname is de kracht van het boek. Het boek
schreeuwt
uit hoe vol bedrog en uiteindelijk onethisch het leven in de DDR was.
Het boek
is een tegengif tegen elke Ostalgie. Dat is een belangrijke
politiek-culturele
stellingname of je het daar nu mee eens bent of niet. Maar
deze zo politieke invalshoek is ook de zwakke kant van het boek. De
inzichten
die de hoofdpersonen ontwikkelen zijn bij uitstek politieke inzichten.
Het boek
staat hiermee ook in de traditie van de socialistisch-realistische roman,
waarin de
hoofdpersoon langzaamaan tot het juiste politieke inzicht komt. Dat is
niet een
ironie die ik als recensent de auteur triomfantelijk voor de voeten
werp. De
auteur is zich daar ter dege van bewust geweest. Hij gebruikt een
collage aan
stijlen en het tweede deel schrijft hij opzettelijk in de stijl van de
socialistisch-realistische roman. Het
maakt het helaas ook tot een saai boek voor iemand die niet zo heel erg
bij een
strijd rond de beoordeling van de DDR betrokken is. De persoonlijke
stukken,
waarin het gaat over de dromen van Christian hoe hij een groot
schrijver wil
worden, heb ik geboeid zitten lezen. Zo geestig en krankzinnig als
alleen
autobiografisch proza kan zijn vertelt hij over
Christians leeswoede: zijn pogingen om zoveel
mogelijk bladzijden op één
dag te lezen (hij komt tot 716). Maar door de overige, meer
geëngageerde
stukken heb ik me heen geworsteld. Ik heb ook wel
eens een bladzijde overgeslagen. Boodschap Toch
schuilt in die combinatie van persoonlijke en politieke stukken de
boodschap
van het boek. De DDR was zo’n totaal verpolitiekte staat, dat
elke persoonlijke
vorming, niet buiten dit politieke niveau om tot stand kon komen.
Bildungsroman
en socialistische roman grijpen hier in elkaar. De persoonlijke
ontwikkeling,
het inzicht in het eigen milieu en de rijping van het politieke inzicht
dat
deze staat elke oprechte mens kapot wil maken, vormen de
persoonlijkheidsvormende les die de hoofdpersoon te leren heeft. Dit
politiek-realistische maakt het ook tot een erg Duits boek. Bij veel
intellectuelen
uit alle streken van Duitsland kom ik die harde, politiek-intellectuele
stijl
van redeneren en leven tegen, die dit boek beheerst. Ik heb altijd het
gevoel
dat daar een groot verdriet onder zit. Geknecht door autoriteit,
geslagen door
de geschiedenis, wie zal het zeggen. Plotseling begrijp ik waarom juist
de
Duitsers de Grieken zo geïdealiseerd hebben als altijd
vreugdevolle,
Apollinische mensen. Daar verlangden ze zo naar. Der Turm
is een politiek-cultureel pamflet en een ethisch appel. Als zodanig kan
iemand
als ik - die in de jaren tachtig met de DDR sympathiseerde - het zich
aantrekken. Maar om te lezen valt al die politiek niet mee. Uwe
Tellkamp had
natuurlijk ruimte nodig, om deze andere, verzonken wereld tot leven te
laten
komen. Maar 973 pagina’s van dit proza is wel heel, heel veel. Coen
Wessel Uwe
Tellkamp, Der Turm, Geschichte aus einem versunkenen Land, Suhrkamp
Frankfurt |