De samenleving verchristelijkt | |
Naar
Homepage Naar Archief |
Door
de
vijandelijke houding ten opzichte van kerk en geloof wordt een heel
andere
ontwikkeling aan het oog onttrokken. Waarden
van
het christendom dringen steeds dieper door in onze samenleving, de
samenleving
verchristelijkt. Geweld is steeds meer verdwenen uit het dagelijks
leven.
Autoritaire verhoudingen in het gezin en op de werkvloer maken plaats
voor
overleg, inspraak en samenwerking. Dat
zijn
zaken die in de buurt komen van de vredelievendheid van Jezus en van
Paulus’
woorden dat er in Christus geen ongelijkheid is. Maar het meest
verbazend is
dat steeds meer de noodzaak ingezien wordt van een innerlijke vorming,
die
rechtstreeks in een christelijk-antieke traditie staat. Het
bedrijfsleven gaat
hierin voorop. arbeidsdeling De
socioloog
Norbert Elias thematiseerde als eerste het verdwijnen van het geweld
uit de
samenleving. Hij bestudeerde etiquetteboeken uit verschillende eeuwen
en kwam
zo een verschuiving in het denken over geweld binnen de elite op het
spoor.
Geweld ging steeds meer gelden als iets onbeschaafds. Agressieve
impulsen
moesten ingetoomd en onderdrukt worden. Langzamerhand volgde de gehele bevolking en zo ontwikkelde zich een historisch ongekende zelfbeheersing. Elias bracht dit in verband met het Europese proces van staatsvorming, waarbij de staat steeds meer het monopolie op geweld naar zich toe trok. Een andere oorzaak zag hij in de toegenomen arbeidsdeling. Fijnmazige handels- en productienetwerken kunnen door geweld en onvoorspelbaar gedrag gemakkelijk schade oplopen. Ze noodzaken tot samenwerking en hechte vertrouwensbanden.
Ik denk dat het christendom in deze ontwikkelingen een grote
rol heeft gespeeld. Het christendom schiep misschien niet de
omstandigheden die
een elite extra gevoelig maakte voor vredelievendheid en
zelfbeheersing, maar
het leverde wel de ideeën, praktijken en traditie van innerlijke
ontwikkeling
en zelfcontrole. De
laatste
decennia is de ontwikkeling naar geweldloosheid in een
stroomversnelling
geraakt. In de jaren zestig vocht ik vrolijk op het schoolplein en dat
vond ik
heel normaal. In plattelandsdorpen werd op zaterdagavond geknokt, in
gezinnen
werd nog geslagen. Dat gebeurt nu nauwelijks meer en waar het gebeurt,
wordt
het afgekeurd. elite
In dezelfde jaren hebben autoritaire gezagsstructuren in
bedrijven en in het
openbaar bestuur plaats gemaakt voor overleg en samenwerking. Ook dit
kwam tot
stand door een mix van idealen en economische voordelen. Goed opgeleide
werknemers presteren beter als ze in een vrije omgeving werken en als
gelijken
behandeld worden. Tegelijkertijd worden zo gelijkheid en broederschap
gerealiseerd, idealen die via de Franse Revolutie bij Jezus vandaan
komen. Minder geweld, meer egalitaire patronen, meer zelfinzicht,
minder racisme, een betere behandeling van dieren, minder armoede,
elementaire hulpvaardigheid en opoffering, een ander iets gunnen: onze
samenleving verchristelijkt in een hoog tempo. Dat klinkt mooi, maar ondertussen is er heel wat voor
nodig om al deze
gelijke en bevrijde mensen een beetje vredig te laten samenwerken. Daar
zijn
mensen met innerlijke kwaliteiten voor nodig en ook daar blijken
christelijke
waarden onontbeerlijk te zijn. Las de elite vroeger over dit soort
waarden in
etiquetteboeken, tegenwoordig lezen ze het in managementboeken. innerlijke vorming
In het best verkochte managementboek van onze tijd, De
zeven eigenschappen
van effectief leiderschap van Stephen Covey, wordt onbeschroomd naar
christelijke waarden verwezen. Ik som drie van deze eigenschappen van
effectief
leiderschap voor u op: denk niet in termen van concurrentie maar van
winnen-winnen, probeer eerst te begrijpen en daarna pas begrepen te
worden,
werk synergetisch (vanuit het besef dat het geheel meer is dan de som
der
delen). Minstens zo interessant zijn de drie eigenschappen die
daaraan voorafgaan.
Dat zijn alle drie eigenschappen die focussen op zelfonderzoek en
zelfinzicht
in een mix van christelijke waarden en antieke deugden. Centraal staan
dienstbaarheid en het wegpoetsen van het eigen ego. Volgens Covey moet
juist de
leider van een organisatie gedrag vertonen dat een voorbeeld kan zijn. Hij is een spiegel voor zijn ondergeschikten, want zoals hij met zijn ondergeschikten omgaat, zo zullen zij met hun collega’s en ondergeschikten omgaan. Een leider verspreidt zo een cultuur van zelfreflectie en dienstbaarheid. Deze stijl van leiderschap is noodzakelijk in een egalitaire organisatie. Juist een egalitaire organisatie kan niet zonder mensen met zelfinzicht en de bereidheid een ander voor te laten gaan. Anders wordt het één groot gevecht. Een echte leider gaat hen voor in deze dienstbaarheid. PaulusHet verheldert voor
mij ook waarom de christelijke apostel Paulus zo veel vermaningen geeft
in zijn
brieven aan christelijke gemeentes. Hij hamert er voortdurend op dat
gemeenteleden zich niet moeten laten leiden door woede en jaloezie,
maar
geduld, liefde en oprechtheid moeten betonen. Alleen zo kunnen ze bij
elkaar
blijven. In die breekbare christelijke gemeenschap van gelijken is zelfdiscipline en het ontwikkelen van een dienstbare persoonlijkheid van het grootste belang. Heel veel meer dan deze bouwstenen heeft de christelijke gemeente niet – behalve dan de excommunicatie. Dat geldt ook voor bedrijven. Heel veel
dwangmiddelen zijn er niet om al die vrije, goed opgeleide mensen te
laten
bloeien, zonder dat ze door egotripperij het grotere geheel kapot maken. In mijn omgeving zie ik een heel aantal mensen die
werkgevers hebben die in
hen investeren en hun de mogelijkheid bieden op hun gedrag te
reflecteren. Ze
worden er rijkere en vruchtbaardere mensen van, die hun omgeving
inspireren.
Sommige jongeren leren het al op school, waar ze eindeloos verslagen
moeten
maken waarin ze op zichzelf reflecteren: hoe ze samenwerken, waarin ze
tekort
schoten, wat ze nog moeten leren. werkelijkheid
In hun bijbaantje leren jongeren misschien nog geen
zelfreflectie, maar wel
dienstbaarheid en ook dat is persoonlijkheidsvormend. Toen ik zelf als
jongen
van zeventien in een winkel werkte, vonden we de klanten maar bijzaak
en
haalden we grappen met hen uit. Dat was misschien wat extreem, maar ik
vind het
nog steeds opmerkelijk dat iedere vakkenvuller met me meeloopt als ik
wat
vraag. Uiteraard is dat afgedwongen gedrag, maar het stelt wel
een norm: zo
dienstbaar hoor je je te gedragen. Natuurlijk zit er een verschil
tussen
Covey’s persoonlijkheidsvorming en de innerlijke ommekeer die een
christen
doormaakt. Om christen te worden moet je ook in Christus geloven en je
ziel
openstellen voor een andere werkelijkheid dan de zichtbare. verstaanbaar
Maar het is voor christenen belangrijk om te constateren
dat er ook in onze
tijd een congruentie bestaat tussen de gang van de cultuur en het
christendom.
Er is een gelijk op lopen, dat veel verder gaat dan de gebruikelijke
constatering dat we nu eenmaal uit een christelijke cultuur komen en
dat onze
samenleving daar nog steeds de sporen van draagt. Het christendom bevrucht de cultuur veel actueler: ook in onze tijd maakt de cultuur een vernieuwing door die ze zonder Christus zo niet had kunnen maken. Het tekent de waarde van Christus en het zorgt ervoor dat centrale christelijke noties verstaanbaar blijven in de samenleving. Coen Wessel (2013) |