Weg van
de pijn |
|
Naar
Homepage Naar Archief |
De bijbel eindigt met een wereld
zonder pijn. In het nieuwe Jeruzalem zal er ‘geen jammerklacht en geen
pijn’
meer zijn, belooft het bijbelboek Openbaring. Dat klinkt prachtig, maar
de
utopie van een pijnloze wereld roept ook vragen op. Kan een mens nog
wel
voelen en
leven als hij of zij geen pijn meer voelt? Verliest hij dan niet zijn
identiteit? Kan een
samenleving zonder
pijn wel overleven? In dit artikel denk ik na over de vele betekenissen
die
pijn heeft. Gegevens daarvoor ontleen ik deels aan het boek dat Amanda
Kluveld over
pijn schreef. Pijnloze
wereld Een
wereld zonder pijn was lange tijd een utopische verwachting, die alleen
in een
nieuwe door God geschapen wereld mogelijk leek. Maar vanaf het begin
van de 19e
eeuw lijkt een pijnloze wereld binnen de menselijke mogelijkheden te
liggen.
Voor pijnlijke operaties werd de anesthesie uitgevonden, voor
dagelijkse
pijntjes kwam asperine op de markt. Zoals ook de bijbelse utopieën van
gerechtigheid en vrede in de 19e eeuw ook op deze aarde realiseerbaar
leken, zo
leek nu ook een pijnloze wereld binnen handbereik. Het
streven naar een pijnloze wereld leverde veel op. De pijn bij
ontstekingen en
ziektes werd sterk verminderd. Daarnaast had de strijd tegen pijn ook
een
humaniserend effect. De gevoeligheid voor de pijn van mensen en dieren
door
marteling, ziekte, armoede of onrecht werd vergroot. Het slaan van
slaven en
het afranselen van dieren werd breder en breder veroordeeld. Bruce
Willis Maar al in de 19e eeuw kwam er een tegenreactie. Zou de grotere gevoeligheid voor pijn en lijden niet alleen nog maar overgevoelige watjes produceren? Tegenstemmen tegen de pijnloze wereld grepen daarbij terug op het Antieke en Germaanse heroïsche mensbeeld, dat altijd naast de christelijke gevoeligheid voor lijden en pijn is blijven bestaan. Alleen wie zijn pijn verbijt is volgens dit mensbeeld een ‘grote jongen’ of een ‘echte man’. Het doorstaan van pijn en lijden laat zien hoe sterk je bent en wat voor krachtige persoonlijkheid je hebt. Jij wordt niet van je stuk gebracht. Jij bent iemand die verantwoordelijkheid neemt en recht op zijn doel afgaat. In de films uit de ‘Die Hard’-reeks loopt het stevige lichaam van Bruce Willis steeds nieuwe verwondingen op. Op blote voeten rent hij door een zee van glas. Toch houden al zijn verwondingen hem niet af van het doel de boze terroristen te verslaan. Het heroïsche ideaal is niet beperkt tot mannen. Tot voor zeer kort werd er door Nederlandse vrouwen neergekeken op Amerikaanse vrouwen, die een ruggenprik wensen bij de bevalling. Die waren kleinzierig en ‘los van de natuur’. In de 19e eeuw vermengt dit eeuwenoude heroïsche ideaal zich met een nieuw ideaal van de sterke mens. Deze mens schudt de christelijke weekhartigheid van zich af en is meer dan voorheen toegerust voor de harde strijd om het bestaan. Voortaan zal hij ‘hard zijn als Krupp-staal’ (Goebbels) en zich door geen pijn laten weerhouden. I n zijn extreme fascistische
gedaante is dit mensbeeld tegenwoordig
taboe. Maar in superhelden en op sportvelden beleeft het - gecombineerd
met een
vleugje gevoeligheid en medemenselijkheid - een grote bloei. En
helemaal
ongevoelig ben ik er niet voor. Ik vind het erg prettig om samen te
werken met
iemand die tegen een stootje kan en ik probeer ook zelf zo te zijn.
Niet meteen
gaan kreunen als het pijn doet, hoort daar bij. Lijden verbindt Ook als
je niet van dit soort heroïsch-reactionaire praat houdt is er kritiek
op een
pijnloze samenleving mogelijk. De Poolse filosoof Kolakowski - een
vermaard
criticus van marxistische utopieën - bekritiseert ook de utopie van een
pijnloze samenleving. In een samenleving zonder pijn zouden wij ons
vermogen
tot medelijden verliezen. Alleen wie zelf kan lijden, kan ook
medelijden. Pijn
en lijden zijn een basisvoorwaarde voor sociale verbondenheid. Kolakowsky
grijpt in zijn anti-utopische gedachtengang terug op ideeën die bij de
apostel
Paulus een rol spelen. Paulus benadrukt dat lijden de onderlinge band
van
christenen doet groeien (2 Korintiërs 1: 6,7). Zijn eigen lijden ziet
hij als
een deelname aan het lijden van Christus (2 Korintiërs 12). Lijden kan
zelfs
een transformatie bewerkstelligen: wie deelneemt aan het lijden van
Christus,
kan ook delen in zijn luister (Romeinen 8:17). Zouden we onze eigen
samenleving
veranderen in een samenleving zonder pijn, dan zou ook deze
verbondenheid met
elkaar en met Christus wegvallen. The Fight Club In de film ‘The Fight Club’ wordt de utopie van de pijnloze samenleving beconcurreerd door een alternatieve utopie: de samenleving van zoveel mogelijk pijn. Hoofdpersoon is de kantoorklerk Jack die probeert te ontsnappen aan zijn eigen inhoudsloze leven van Ikea-meubels en verzekeringspolissen. Aanvankelijk zoekt hij bevrediging in het therapeutische circuit. Hij bezoekt allerlei zelfhulpgroepen van kankerpatiënten en hij geniet van alle medelijden die hij als zogenaamd stervende krijgt. Maar echt is dit niet. Dan duikt Tyler op in zijn leven. Tyler daagt Jack uit om met zijn blote vuisten te vechten en zo hard en bloedig te slaan als hij kan. Omgekeerd doet Tyler dat ook bij
Jack.
Vanaf het moment voelt Jack zich weer onderdeel van het echte leven.
Niet
alleen de kick van het extreme geweld, maar juist ook de kick van de
pijn is
een vitale kracht in zijn leven. Samen stichten ze een Fight-club, een
gemeenschap van gelijkgestemde jonge mannen die met elkaar vechten. . ‘The
Fight Club’ laat een andere ongerijmdheid van de utopie van de pijnloze
samenleving zien. In onze cultuur wordt het aardse, materiële en
lichamelijke
gezien als het reële en het echte. Niet onze geest, maar ons lichaam
staat
centraal. Als je in zo’n culturele situatie pijn gaat bestrijden, voel
je je
lichaam minder. Pijnbestrijding vermindert het contact met deze
essentie van je
menszijn en lijdt zo tot identiteitsverlies. Het toebrengen en toelaten
van
pijn daarentegen levert ervaringen op, die begrepen kunnen worden als
‘reëel’
en ‘essentieel’. Pijn leidt dan tot identiteit en zingeving. De film
eindigt
met een grootschalige vernietiging en laat zo zien dat Jacks oplossing
niet
werkt. Maar het probleem van identiteitsverlies in een cultuur die zijn
essentie in het lichaam zoekt en tegelijkertijd pijn wil uitbannen is
er niet
minder om. Kruisiging Net als
in de Fight Club gaat het in de lijdensgeschiedenis om een combinatie
van
identiteit en pijn. De pijn wordt daarbij niet uitgebreid beschreven.
Spijkers
en hamers komen niet voor in het verhaal van de kruisiging, de
kruisiging zelf
wordt terloops ter sprake gebracht: ‘nadat ze hem gekruisigd hadden’
(Matteüs
27:35). Jezus
sterft ook relatief snel. In de
evangeliën ligt de nadruk veel meer op de pogingen van de omstanders om
Jezus’
identiteit door spot kapot te maken ‘Kom dan van het kruis af, als je
de zoon
van God bent’, ‘Laat
God hem redden, als
hij de zoon van God is’. De omstanders proberen Jezus geestelijk te
breken. Met
een leider die vlak voor zijn dood om genade smeekt zullen zijn
volgelingen het
snel opgeven. Maar de
spot zou veel minder effectief geweest zijn als Jezus geen pijn had
geleden. De
pijn is bedoeld om de zelftwijfel van Jezus - ‘klopt het allemaal wat
ik geloof,
waarom redt God mij niet’ - tot een maximum op te voeren, met het doel
om hem
te laten breken. In de
Fight Club vindt Jack zijn identiteit dankzij de pijn. In het evangelie
komt
Jezus’ identiteit des te scherper naar voren omdat hij niet toegeeft
aan de pijn.
Je kan dat interpreteren als lijdzaamheid of gehoorzaamheid, maar er
zit zeker
ook iets heroïsch in: ondanks alle marteling houdt hij zich vast aan
God. Zou de
pijn hem net als Jack dichter bij zijn eigen identiteit hebben
gebracht? Ik
denk dat hij nog dieper het moeilijke van zijn weg heeft ingezien. Aan
zijn
vrienden heeft hij niets en ook God verlaat hem hier. In Gethsemane gaf
Jezus
al aan dat als het aan hem lag, het zo niet zou gaan. Aan het kruis zal
hij
beseft hebben wat voor onmogelijke keuze hij gemaakt heeft. Coen Wessel Verschenen in: Geruchten nr.
34, voorjaar 2011 Literatuur:
Amanda Kluveld, Pijn, De terugkeer naar het paradijs en de wens er uit
te
ontsnappen, Arbeiderspers 2007 |