Terug
naar Homepage
Terug naar Archief
Naar Liturgiek
Naar
Weblog |

De
Engelse lieddichter en componist Erik Routley was
in 1974 betrokken bij het samenstellen van de liedbundel 'Cantate
Domino' van de Wereldraad
van Kerken. Hij wilde graag liederen uit alle delen van de wereld
opnemen.
Daarom zocht hij ook naar een lied uit het Hongaarse protestantisme.
Het werd
een 17e
eeuws lied van Imre Király (1590-1641). Het lied begint
opvallend. Tegen de lijdende Jezus wordt gezegd dat hij een
levensboom is. ‘Jij bent een mooie levensboom van het paradijs, o
barmhartige
Jezus, lam van God’. Dit beeld van Jezus als levensboom wordt in het
Hongaarse lied niet vastgehouden. Het lied is verder
een traditioneel
lijdenslied. Routley was onder de indruk van dat opvallende beeld uit
de eerste
regel. In plaats van een letterlijke vertaling maakte hij een eigen
lied waarin
hij het beeld van Christus als levensboom zo uitwerkt, dat de
levensboom
zelf lijdt. De levensboom wordt gekruisigd.
Spirituele
traditie
De
levensboom die lijdt is een stoutmoedige
uitwerking van de spirituele traditie dat het kruis van Christus
gemaakt was
van de levensboom uit het paradijs.
De
associatie tussen de leve nsboom
en het kruis komt al voor bij de vroegchristelijke
schrijver Tertullianus. Zo’n 1000 jaar later ontstaat de legende dat
het kruis
uit hout van de levensboom gemaakt is. Volgens deze kruishoutlegende
zou Seth,
een zoon van Adam, naar het paradijs zijn teruggekeerd en stekjes van
de
levensboom hebben gekregen van de engel die het paradijs bewaakt. Uit
één van
die stekjes zou de boom zijn voortgekomen waaruit het kruis werd
gemaakt. De
precieze inhoud van de legende is na de reformatie verdwenen uit het
bewustzijn
van de Europese christenheid. Maar de verbinding
tussen levensboom en kruis is levend
gebleven door tal van schilderijen en ook in een lied als ‘Met de boom
des
levens wegend op zijn rug’ van Willem Barnard.
Routley
gaat
in zijn lied een stap verder dan de kruishoutlegende door kruis,
Christus en
levensboom samen te laten vallen. Je ziet daarin de kracht van een
spirituele
traditie. Die moedigt aan de beelden en verhalen van die traditie zo te
doorleven en te doordenken dat er een nieuwe vorm ontstaat die de
traditie in
een nieuw geschapen jasje voortzet.
De
droom van het kruishout
Misschien
heeft Routley nog uit een andere bron geput. Het kruishout dat zelf
lijdt komt ook
voor in het Oud-Engelse gedicht ‘De droom van het kruishout’. Alleen
ontbreekt
in dit gedicht de verbinding tussen kruis en levensboom. In ‘De droom
van het
kruishout’ krijgt de dichter een visioen waarin hij een boom ziet die
bedekt is
met edelstenen en goud. Plotseling verdwijnen de edelstenen en blijkt
de boom
doordrenkt met bloed. De boom bloedt ook zelf uit zijn rechterzijde.
Vervolgens
begint de boom tegen de dromende dichter te spreken en vertelt hij hoe
Christus
op hem gekruisigd werd en hoe de nagels waarmee Christus gekruisigd
werd ook
hem diep verwondden. Uiteindelijk wordt ook de boom geveld, begraven en
opgewekt. ‘De droom van het kruishout’ is één van de oudste Engelse
gedichten.
Een deel van dit gedicht is in runenschrift gevonden op een kruis uit
de 8e
eeuw. Erik Routley heeft het gedicht ongetwijfeld gekend.
1.
Jij, paradijsboom, boom van alle wijsheid,
boom van ontferming, boom van grote schoonheid.
Jouw blad geneest de waanzin van ons leven,
heelt onze dwaasheid.
2. Jouw naam is Jezus, jij draagt onze zonden.
Zie, onze zelfzucht heeft jouw stam geschonden.
Door loof en takken woekert onze hoogmoed,
voedt zich met doodsbloed.
3. Doornen verstikken al je levensstromen,
woede en afgunst hebben je doorstoken.
Maar zie, jij leeft, jouw stam geeft jonge loten,
bloeit voor Gods ogen.
4. Jij spreidt je takken, een gebaar van zegen
spreekt: ‘kom, vermoeide, rust zal ik je geven.
Ik droog je tranen, niets heb je te vrezen,
jij wordt genezen.’
5. Hier in jouw schaduw ben ik vrij en veilig.
Laat mij hier blijven, deze grond is heilig.
Mijn hart vindt rust na jaren eenzaam zwerven,
hier wil ik sterven.
6. Dank, boom van God, voor wat jij hebt geleden.
Dank voor jouw wijsheid, liefde, kracht en zegen.
Jij toont de toekomst van het mens’lijk leven:
bloeien in vrede.
Vertaling: Coen Wessel |
Christus
als levensboom
De
beelden die Routley in zijn lied gebruikt om het
lijden uit te drukken zijn beelden die bij bomen horen. De zonde van de
hoogmoed woekert als een maretak, die op de stam van de boom
parasiteert. De
boom wordt verstikt en verwond door de braamstruiken van jaloezie en
woede. Ze
slingeren hun takken rond de boom, als vormden zij een doornenkroon. Zo
sterft
de boom.
De
levensboom komt op twee plaatsen voor in de
bijbel. In het begin van de bijbel in het verhaal over het paradijs. En
helemaal op het einde. In het laatste hoofdstuk van de bijbel ziet de
ziener
Johannes levensbomen staan in het nieuwe Jeruzalem. Ze dragen elke
maand vrucht
en hebben bladeren die genezing geven aan de volken van de wereld.
Dat
is wat de herrezen levensboom in Routley’s lied
doet. Hij geeft genezing. Met zijn takken zegent hij wie hem vervolgden
(Romeinen 12:14). Vermoeiden geeft hij rust. (Matteüs 11:28). Tranen
droogt hij
af (Openbaring 21:4). |
Vertrouwdheid
Het
lied is
geen ecologisch pamflet dat vertelt hoe slecht we de natuur behandelen.
Het
lied veronderstelt wel vertrouwdheid met de natuur. Het grijpt terug op
de
ervaring dat het rustgevend en genezend kan zijn om door het open land
te
struinen en door bossen te wandelen.
Melodie
Het
lied heeft
een prachtige Hongaarse melodie. Wie die melodie te moeilijk vindt kan
het lied
ook zingen op de melodie van
‘Herzliebster Jesu, was hast du verbrochen’, een
melodie die in de Mattheus-Passion van Bach voorkomt.
In het Liedboek 2013
staat die melodie bij nr. 587.
Coen Wessel
Dit artikel verscheen in het Friesch Dagblad van 8 oktober
2014. Hier vindt u
de originele opmaak.
Meer hymnoligische informatie over dit lied vindt u hier.
Informatie voor dit artikel heb ik o.a. ontleend aan het artikel van Barbara Baert, 'De legende van het kruishout in de Nederlanden'.
|