Maria en het ezeltje | |
Naar
Homepage Naar Preekarchief Naar Weblog |
Kijk,
deze Kerststal. En daar op de wand de os en de ezel. In heel veel
Kerstverhalen komen ze voor. Ik ben vooral dol op het ezeltje. Het is
zo’n lief dier. Aaibaar. Niet te groot. Karaktervol.![]() Maar degene die natuurlijk echt draagt is Maria. Zij draagt een kind. Wie zelf zwanger is geweest of als je een zwangerschap van nabij hebt meegemaakt, dan weet je hoe zwaar die laatste loodjes zijn. Hoe dik je buik. Alles valt zwaar. Maar Maria draagt nog veel
meer. Ze draagt al de verwarring
rond de geboorte met zich mee. Toen ze te horen kreeg dat ze zomaar
zwanger zou
worden antwoordde ze de engel ‘Laat er met mij gebeuren wat u hebt
gezegd. Mij
geschiedde naar uw woord’ Zo tekent de Bijbel Maria. Een vrouw die
gelooft en
dat is ze ook geweest. Maar zou dat echt haar enige reactie zijn
geweest? Want
wat zal niet ze gedacht hebben toen ze merkte dat Jozef begon te
aarzelen over
hun relatie, afstandelijker werd, toen ze merkte dat hij er over dacht
haar te
verlaten. Hij zal het niet gezegd hebben, maar ze zal het gevoeld
hebben. Geloven
zoals Maria betekent niet dat je nooit twijfelt. Dat je nooit
aangevochten
bent. Dat je nooit het idee hebt ‘het gaat helemaal mis, ik kom er niet
meer
uit’. Geloven betekent: toch die stap
in je leven zetten, niet
omdat je weet dat het goed komt, maar omdat je hoopt op God en doet wat
hij van
je vraagt. Leven met het goede, hopen op het goede, uiteindelijk
vertrouwen hebben
ook al weet je de uitkomst niet. Er is een dag dat zo geloven
helemaal niet moeilijk is. Dat
is vandaag Kerstochtend. Want vandaag kijk je naar een pasgeboren kind.
En dat
kind roept van alles in je op, roept van alles in je tevoorschijn. Daar
hoef je
helemaal niets voor te doen. Het kind vraagt om je zorg. Het vraagt om
je
bescherming. Het ligt daar weerloos en kwetsbaar een beetje te liggen
in zijn
kribbe. Je wilt het tegen je borst drukken. Daar ga je voor door het
vuur. Geloven is dit toelaten.
Toelaten om geraakt te worden door
de kwetsbaarheid van dit kind. Vol worden van de schoonheid van dit
nieuwe
leven. Laat het over je heen komen. Laat het doordringen in je ziel.
Geloven is
ook: erkennen, er aan toe geven dat er een verlangen geraakt wordt in
je ziel.
Dat liefde zich een weg gezocht heeft naar je hart. Geloven is niet in
de
eerste plaats een grote daad, het is veel meer een toegeven. Je laten
overwinnen. Ja, dit is mooi, dit verlang ik ten diepste. En je ziet het
in een
kind. Dit kind, deze mens van God, die dit bij je oproept. Lieflijk,
vriendelijk, schoon en heerlijk, kwetsbaar hier in de voederbak. ![]() De afgelopen dagen hadden wij
de Wonderboom voor de kerk
staan. Mensen konden op de linten hun wensen schrijven voor Kerst. We
lazen met
de kinderen al een paar van die prachtige wensen. Heel veel over vrede.
Mensen
hebben ook opgeschreven wat ze zelf aan verdriet te dragen hebben deze
Kerst. Wat
ze als een ezeltje met zich mee sjouwen. Dat is best wat. Iemand
schreef over
zijn vrouw die postbode is en zo weinig waardering krijgt van Post.nl
waar ze
bij werkt. Dat hij dat haar zo gunt. Iemand schreef over het verdriet
om de
gezondheid van een neefje, zo jong nog, nog geen drie jaar oud en toch
ontzettend ziek, misschien wel ongeneselijk. Maar ezels dragen niet alleen.
Wist u dat ezels ook kunnen
zien en dan bedoel ik: echt zien. Over het zien van een ezel staat een
prachtig
verhaal in de Bijbel. Ik ga dat nu niet helemaal vertellen, maar het
gaat over
een ezel die een engel ziet. Er is ook een man bij de ezel en die man
ziet
helemaal niets. Maar de ezel ziet, hij ziet een engel, hij ziet iets
van de
wereld van God. Ook Maria ziet. Als Maria merkt
dat ze echt zwanger is, dan
barst ze uit in een lied. In dat lied ziet ze voor zich hoe haar kind
de wereld
zal veranderen. Hoe hij zal preken dat machteloze mensen net zo
waardevol in
Gods ogen zijn als machtige keizers. Hoe hij van vrede en vergeving
machtige
wapens zal maken. Hoe hij ons bij God brengt. ![]() In het lied dat we als Schriftlezing lazen ‘Maria, had je door’, een vertaling van Mary did you know, wordt de suggestie gewekt dat Maria dat allemaal niet door had. Maria, had je door, nee, natuurlijk had jij dat niet door. Je kan dat lied inderdaad horen als het lied van een blanke Amerikaanse man die wel eens eventjes aan Maria zal uitleggen wat haar eigen kind betekent, een vorm van mansplaining. En natuurlijk, niet alles zal ze letterlijk, precies tot in de details zo voorzien hebben, dat hij blinden zou genezen, dat hij stormen zou bevelen. Maar verder, ze heeft heel wat gezien. Onderschat dat niet. En er zijn ook wel mensen die nieuwe woorden hebben gemaakt op dit lied: Maria, had je door dat jouw lied ging klinken alle eeuwen door Maria, had je door dat tirannen zouden trillen, als jouw waarheid wordt gehoord. Maar ook daarvan denk ik: waarom zou ze dat niet doorgehad hebben? Maar je kan dit lied ook anders horen. Er is een lange christelijke traditie om bij de kribbe van Jezus versteld te staan, van de tegenstelling tussen het kleine en onaanzienlijke van Jezus in de kribbe. Zo klein en teer, in zo’n armoedige omgeving en dan zo toch zo belangrijk voor hemel en aarde. Zo vol van de grootse liefde van God. Als je dat hoort dan kijk je zo naar het kind. En met de liefdevolle ogen van Maria kijk je mee en verwonder je je: Het kind is nu een baby, en is klein en onooglijk, maar zal straks blinden genezen. Het kind is nu een kleine baby, maar zal stormen bevelen, het ligt hier in een onoogelijke stal, maar het is een hemels kind, het draagt de hemel in zich, een kusje op die kleine wangetjes is een kus op het gezicht van God. Als je dat er in hoort, dan
zie jij
ook. Dan zie je de
kern van Kerstmis. Dat het onooglijke het grote te weeg brengt. Dat
jouw
eerlijke woord, dat zo zwak lijkt te klinken in een wereld van
flitsende blitspraat
uiteindelijk zo veel krachtiger is. Dat het geloof dat diep in jou
verborgen
ligt, schoonheid en vreugde geeft. Dat dit kleine kind de wereld
verlost. Lukas
2:1-20 Eerste Kerstdag 2022 Hoofddorp |