Oorzaken van
de opkomst van Geert
Wilders (1) |
|
Naar Homepage Oorzaken van de opkomst van Geert Wilders (2): de bohemien Oorzaken van de opkomst van Geert Wilders (3): immigratie en Islam Naar Archief Naar overige artikelen over Wilders |
Ze zijn
ook niet ‘losgeslagen’. In het jaar van Fortuyn heb
ik de aanhangers van
Fortuyn wel eens zo beschreven. De ontzuiling zou er voor gezorgd
hebben dat
mensen in een identiteitsvacuum terecht waren gekomen en op zoek zouden
zijn
naar een nieuw houvast. Leraren, predikanten en andere gezagsdragers
hadden hun
gezag verloren, maar mensen kwamen er alleen ook niet uit en klampten
zich in
hun onzekerheid vast aan Pim Fortuyn. Touws analyse werd door velen in christelijk Nederland gedeeld en leidde tot een kerkbreed gedragen programma van ‘herkerstening van de Nederlandse samenleving’. Op deze manier moest de stuurloze massa houvast en richting krijgen. En toen ‘herkerstening’ wat al te onvriendelijk bleek te klinken werd de onderneming herdoopt tot ‘apostolaat’. In deze analyse biedt het christelijke geloof een innerlijk kompas in een grote existentiële bestaansonzekerheid. Het punt
is alleen dat de mensen die warm lopen voor Fortuyn of Wilders zelf
weinig
existentiële bestaansonzekerheid ervaren. Ik zelf heb
rondgelopen op de
begrafenis van Fortuyn in Rotterdam. Ik kon daar duidelijk zien dat de
mensen
die naar zijn begrafenis gekomen waren, geschokt en verdrietig waren.
Maar ze
zagen er geenszins ‘innerlijk onzeker’ uit. In
ieder geval niet meer en
waarschijnlijk zelfs minder dan andere mensen. Ze beschikken over een
duidelijk
en stevig pakket morele waarden. Een onderzoek van het CPB uit 2008
laat zien
dat 82% van de bevolking zich gelukkig noemt. Wel zijn er grote zorgen
over de
samenleving. Strafrecht Eén
van
de terreinen waar de afgelopen jaren deze cultuurstrijd gewoed heeft is
het
strafrecht. De ‘Wilders-kiezers’ willen hardere
straffen en een
streng gevangenisregime. Strafrecht heeft voor hen vooral de functie
van
vergelding,
afschrikking en bescherming van de samenleving. Er bestaat een groot
wantrouwen
tegen de strafrechtpraktijk. Men vindt de straffen te laag, justitie te
laks en
er is te veel begrip voor de dader. Een mens moet zelf
verantwoordelijkheid
dragen voor zijn of haar daden en dwang en straf zijn noodzakelijk om
mensen in
het gareel te houden. Er is wantrouwen tegen pedagogische
strafmaatregelen die
als te soft gezien worden. Opvallend is dat een aantal sleutelfiguren
uit de
wat bredere omgeving van Wilders een justitie-achtergrond hebben. Zo is
Fred
Teeven - in 2002 de lijsttrekker van Leefbaar Nederland en op dit
moment
VVD-Tweede Kamerlid - een voormalig officier van Justitie. Rita Verdonk
is
gevangenisdirecteur geweest en heeft - naar haar eigen zeggen - door
haar
ervaringen in de gevangenis haar progressieve idealen de deur uit
gedaan. Je zou kunnen zeggen dat de ‘Wilders-kiezers’ in dit deel van de cultuurstrijd een flink aantal slagen hebben binnengehaald. Alle discussies die de afgelopen jaren op het gebied van justitie publiekelijk zijn gevoerd, hebben tot strengere maatregelen geleid. De cellencapaciteit is in de jaren negentig enorm uitgebreid. TBS-regimes zijn verscherpt. Gevangenen kunnen met meerdere personen in een cel worden geplaatst. De maximale gevangenisstraf bij verschillende straffen is verhoogd en er worden ook zwaardere straffen opgelegd. Daar staat tegenover dat de laatste jaren in toenemende mate taakstraffen worden uitgedeeld of gevangenen niet in de gevangenis terecht komen, maar thuis zitten met een vrijheidsbeperkende enkelband. De vlucht die deze straffen genomen heeft is buiten de openbare discussie om tot stand gekomen. De meest interessante ontwikkeling van de afgelopen jaren is de wet ‘voorwaardelijke invrijheidsstelling’die vorig jaar in werking is getreden. In de loop van de jaren zestig en zeventig was de rechtspraktijk gegroeid dat een gevangene uit de gevangenis ontslagen werd als hij twee-derde van zijn straf er op had zitten. Een wet uit de hoogtijdagen van het progressieve strafrechtdenken (1987) bepaalde dat dit automatisch en zonder voorwaarden moest gebeuren. Onder de nieuwe wet worden gevangen na twee-derde van hun straf onder voorwaarden in vrijheid gesteld. Zo’n voorwaarde kan bijvoorbeeld een alcoholverbod zijn. Deze wet bevat een aantrekkelijke mix van progressieve en conservatieve gedachten. Er is duidelijk aandacht voor de integratie van de gevangene in de samenleving, maar daarbij bestaat de mogelijkheid van dwang, waardoor de ex-gevangene in een goede richting wordt gestuurd en de samenleving beschermd blijft. Ik ben
zo uitgebreid op de discussies rond het strafrecht in gegaan om te
laten zien
dat de cultuurstrijd tussen een ‘Wilders-kiezers’-
kamp en een
vrijzinnig-progressief kamp breder is dan alleen rond
‘allochtonen’ of
‘Europa’. En dat er visies op de mens mee gemoeid
zijn. Maar ook om te laten
zien dat een deel van het anti-progressieve wantrouwen soms zo gek nog
niet is. Verschenen in 'In de
Waagschaal' 19 juli 2009 |